Met een beetje jatwerk op internet en een boekje van een Spanjaard - die op zijn racefietsje in 13 dagen de Pyreneeën heen en weer ‘deed’ - hebben we een eigen route uitgezet op de kaart. Die route is goed voor meer dan alleen fietsen. Zo willen we tenminste twee nationale parken aandoen om lekker neer te ploffen en bergen op en af te lopen in plaats van te fietsen. Maar terug naar de trekkers en sportwagens. Aan de steile kant van de col de Marie Blanque - met gemiddelde stijgingspercentages per kilometer tot dertien procent - bleek maar weer eens dat we lekker bepakt zijn voor deze regio. Wielrenners vliegen ons links en rechts voorbij. Maar ondanks ons overgewicht horen we er wel bij. Sterker nog, we krijgen heel veel sympathieke duimen, korte hijgende praatjes en bovenop zelfs gepast applaus. Ondertussen ontdekken we - bezigheidstherapie bergop - dat Sanders gewicht met fiets en bagage feilloos overeenkomt met Thomas Voeckler die zijn vrouw achterop de bagagedrager mee omhoog moet torsen. En Maartje? Zij trapt het gewicht van Fabian Cancellara - de beer van Bern - omhoog op een elektrische fiets met twee accu’s. En dat zonder trapondersteuning natuurlijk. Allemaal interessante bespiegelingen om onze ego’s net voldoende op te blazen zodat we de berg opkomen. Stoer? Jawel, maar ook nodig dus. Want na de Marie Blanque komt de Aubisque, en dan de Tourmalet, en de Aspin, en de Peyresourde. Zou dat allemaal letterlijk te hoog gegrepen zijn, dan rest ons niets anders dan na de Aubisque linksaf naar Lourdes. Direct onze benen (en ego’s) laten nabehandelen met het lokale, gezegende bronwater.
Maar je begrijpt het al, deze inleiding is niet zo lang om te kunnen melden dat we naar Lourdes gaan. Na die pittige Marie Blanque begonnen we te geloven dat we niet alleen maar naïef zijn. En halverwege was het wel duidelijk: dit lukt. In een kleine drie uur klommen we aan de westkant de Aubisque omhoog. Daar boven aankomen geeft dat euforische gevoel waar weinig drugs tegenop kunnen. Bijkomen, foto’s maken, eten, drinken en dan - warmer aangekleed en geconcentreerd - mogen beginnen aan een prachtige lange afdaling; met nog een kleine hik tussendoor voor de col du Soulor. Met de beklimming van de Aubisque hebben we allebei het vertrouwen dat die anderen ook wel gaan lukken. Bovendien gaan we nu over van de Pyrenees Atlantique naar de Haute Pyrenees. Het landschap verandert precies in waar we nu even zijn willen. Niets mis met rustig aan. Lekker op de trekker.
En nu? Nu zijn we in Gavarnie, aan de rand van Parc National d’Ordesa. Vanuit Gavarnie hebben we misschien wel het mooiste uitzicht van dit deel van de Pyreneeën. Vanuit de tent kijken we uit op het Cirque du Gavarnie. Het is hier nu volop zomer, dus de afgelopen dagen waren perfect om onze benen even stil te houden. Die platte rust is bovendien goed om - zeker na vorige week - bezig te zijn met onze eigen emoties en die van de mensen om ons heen. Een berg beklimmen werkt echt wel ontspannend, maar maakt vooral ons hoofd leeg. In rust komen we toe aan alles wat er gebeurt. En zelfs om zo af en toe al eens terug te kijken op het afgelopen jaar. Of om concreet bezig te zijn met onze toekomst; solliciteren bijvoorbeeld…
Morgen gaan we wel weer onderweg, want er is regen en onweer op komst. Dan vliegen we dit hoog gelegen dal uit om vervolgens aan de col de Tourmalet te beginnen. Onderweg naar de Spaanse kant van de Pyreneeën, die ons het meeste geeft van het gevoel waar we op dit moment lekker bij gedijen. Sander heeft daar iets meer over geschreven op zijn blog: ‘A gentle Basque spirit - or - how little we know’.
![]() |
Route uitstippelen! (klik hier voor meer foto's) |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.