We begonnen een week geleden met twee dagen les geven op een klein schooltje. Via Bob en Claire, twee Australiërs in Siem Reap, komen we in contact met mr. Daaro, een Boeddhistische monnik. In zijn pagoda verzorgt hij - samen met een paar andere monniken - dagelijks Engelse les voor de allerarmste kinderen. Alle kinderen gaan hier naar school, maar voor Engelse les moeten ze extra schoolgeld betalen. Voor deze kinderen gaat dat niet uit en daarvoor biedt Daaro een vangnet.
Daaro is trouwens een absolute knuffelmonnik; hoewel niet voor Maartje aangezien de monniken vrouwen - gelukkig met uitzondering van hun moeder - niet mogen aanraken. Het schooltje, een kleine vijf kilometer buiten Siem Reap, is maximaal simpel van opzet. Het gaat hier duidelijk om de inhoud en zeker nog niet om de vorm. Daaro, Kuhn en Kun zijn enorm enthousiast dat wij twee dagen willen mee draaien. Zo enthousiast dat ze direct het volledige lesprogramma - drie keer een uur achtereen - in onze schoot werpen. Weg structuur, weg lesprogramma en dat terwijl we eerst even mee dachten te kijken. De eerste dag praten we vooral met de kinderen, allebei een eigen klas. Als we naar huis rijden in de tuk tuk, vermoeid van alle indrukken, weten we dat we voor de volgende dag toch echt met een lesprogramma moeten komen. We verzinnen en zoeken woordspelletjes en printen kleurenfoto’s van Nederland uit op A4 om de kinderen over te laten praten. Op het laagste niveau betekent dat aanwijzen, woordjes leren en opschrijven op het bord. Op het hoogste niveau staan we de werking van molens en dijken uit te leggen en komen hele gesprekken op gang. Uiteindelijk gaat het om uitspraak, om enthousiasme en om het beetje extra vertrouwen en motivatie dat we de kinderen mee kunnen geven. Voor ons een prachtige, blije en leerzame ervaring. Hoewel we ons na twee dagen - en een al bijna moeilijk afscheid van de monniken en de kinderen - goed beseffen dat het er maar kort zijn in veel opzichten te kort schiet. We zijn blij dat we voor ons volgende project in Chiang Mai meer tijd maken. Lees meer over de complexiteit van goede doelen in Cambodja in de coachcultures blog.
Een dag later huren we twee fietsen en rijden we rond in de omgeving. Langzaam nemen we - na tien dagen - afscheid van Siem Reap. De volgende morgen vroeg reizen we per boot naar Battambang. Over een binnenmeer en een rivier zien we het binnenland van Cambodja. Veel armoede, prachtige beelden, drijvende dorpen, lachende gezichten en leven om en vooral in de rivier. In Battambang huren we een moto (100CC-scooter) en waaien we een dag uit in de ruime omgeving. Het leverde ons een heerlijke dag op; ontdekken van mooie plekken en verdwalen in het achterland.
Dan de bus naar Phnom Penh. Over deze stad gaan veel verhalen, die op z’n zachtst gezegd het gevoel geven dat dit niet de plek is om heel lang te blijven hangen. Maar bij aankomst ontstaat een heel ander beeld. De stad is laag, ruim opgezet, overzichtelijk en vriendelijk. Een grote Aziatische stad waar je de lucht kunt zien en niet verdwaald in Chinatown. Ook een stad die het Amsterdam van Azië wordt genoemd, vanwege de prostitutie, de drugs die je overal aangeboden worden en de aparte attracties. Nu Maartje in Kampot zit ben ik al meerdere keren gevraagd of ik zin heb om ergens op het platteland een AK-47 leeg te schieten op een koe of een varken. De tuktuk chauffeurs draaien hun blaadjes met touraanbiedingen om en allerlei dubieuze attracties komen voorbij. En blijkbaar zijn er ook nog toeristen die er op in gaan.
Maar Phnom Penh is vooral de plek die ons laat ervaren wat de Rode Khmer met Cambodja heeft gedaan en wat Killing Fields zijn. We bezoeken het Choeung Ek Killing Field en het Tuol Sleng Genocide museum. Het is een geschiedenis om emotioneel afstand van te willen houden, maar - net zoals met de holocaust in Europa - zijn het vooral de persoonlijke verhalen die raken. Naast het inzicht dat de Rode Khmer - tot in de jaren ’90 - haar zetel in de VN heeft mogen behouden. Tot en met een vredescongres in Parijs aan toe, terwijl de wereld al meer dan tien jaar wist wat zich heeft afgespeeld in Cambodja. Soms is politiek onbegrijpelijk onrechtvaardig.
Uiteindelijk blijkt Phnom Penh een heerlijke stad om dat alles te laten bezinken. Voor mij zijn deze dagen bedoeld om te schrijven en Maartje vind het vooral fijn om weer es even alleen te zijn. En ja, we vinden het allebei lekker om even een paar dagen geen rekening met wie dan ook te hoeven houden. Maar bovenal voelt het goed om elkaar ook zo ruimte te kunnen geven dit jaar.
Inmiddels zijn we samen in Kampot; blij, bijgepraat en uitgeblogd. We kijken terug op een mooie en intense week. Nu uitwaaien aan de kust.
Op de scooter (zie fotoboek voor meer!) |