Als we het Noordereiland verlaten en het Zuidereiland oprijden, verandert er iets. Het voelt zachter, oogt groener en afwisselender en is (nog) leger. Wat ook anders voelt, is dat we - voor het eerst sinds Buenos Aires - reizen met een concreet doel. We gaan langs bij Hilbrand en Marijke. Hilbrand was - alweer even geleden - de eerste stagiaire bij pa (Piet) van der Eijk. In de jaren ’70 zijn Hilbrand en Marijke samen naar Nieuw-Zeeland vertrokken, waar Hilbrand een hoveniersbedrijf is begonnen. We krijgen een warm welkom. Zo zijn we ineens - net als thuis - Hollands op bezoek, met een wijntje op de bank. We slapen op de drive, om de volgende dag door Hilbrand in de omgeving te worden rondgeleid. Als we weer vertrekken, zijn we stapels lokale kennis en reisideeën rijker.
We wandelen in het prachtige Abel Tasman National Park, rijden over de Lewis Pass naar de westkust, bezoeken de Pancake Rocks, slaan de Franz Jozef en de Fox gletsjer niet over en belanden uiteindelijk in het alweer even adembenemende Aspiring National Park. En nu liggen we languit tussen de backpack-meute in het levendige en relaxte Queenstown. In dit buitensport-vakantieland komt er geen einde aan de plekken om te zijn - en dat allemaal in een weekje tijd.
Toch is er iets wat er - voor ons - voor zorgt dat Nieuw-Zeeland maar niet echt spannend wil worden. Geen moment worden we echt uit onze comfortzone getrokken. Is het de camper waar we in slapen, eten, borrelen, lezen én reizen? Missen we de flexibiliteit van het backpacken of de stroom van ontmoetingen met medereizigers? Ja, dat klopt wel. We kijken er naar uit om ons weer te kunnen verwonderen over verschillen. Nieuw-Zeeland lijkt - met uitzondering van de geweldige natuur - misschien iets te veel op Nederland. Maar het is ook nog iets anders, iets in de mensen hier. De Nieuw-Zeelanders - doorgaans onvoorstelbaar relaxed - zijn stiekem enorm conflictmijdend. Alles en iedereen beweegt zich in de eerdergenoemde - ietwat te gemakkelijke - comfortzone. Dat brengt op zichzelf veel goeds met zich mee, zoals bijvoorbeeld de manier waarop Nieuw-Zeeland de verhoudingen met de Maori herstelt. En ook als backpacker of buitensporter kan je een geweldige plek vinden in die relaxte wereld. Maar het is ook wel een beetje slaperig en wat weinig gewaagd. Overheden en instanties maken dat op zichzelf al heel veilige sfeertje af met heel veel aandacht voor veiligheid. Allerhande regels, borden en ongevraagde adviezen maken zelf nadenken - of de discussie aan gaan met elkaar - zonder meer overbodig. De veiligheidskaart wordt gespeeld tot en met het spannen van een waslijntje op de camping, einde discussie ;-)
Maar, gelukkig geen ‘beveiligde’ samenleving zonder een paar gepaste rafelrandjes. Voor ons verklaart die enorme comfortzone hier veel van de onophoudelijke reeks aan levensgevaarlijke actiesporten die je Nieuw-Zeeland biedt. De kiwi’s zijn sportief tot in extremen, hardlopend en fietsend van en naar het werk, trainend voor hun jaarlijkse coast-to-coast-race. De Zuidereiland mannen zijn hier groot en macho, type ruwe bolster blanke pit:
hi there mate! Maar mannen met een uitgesproken mening, die vinden ze hier ‘intimidating’. En dan is er ook nog de rijstijl (en het inhaalgedrag in de bochten - niet bepaald veilig) van sommige Nieuw-Zeelanders, met nog meer verkeersborden tot gevolg.
We gaan nog een ruime week van deze prachtige comfortzone genieten. En onderweg naar Christchurch doen we vast nog meer geweldige flora aan en zien we hopelijk ook nog wat meer fauna; voor óns de meest uitgesproken ingrediënten van Nieuw-Zeeland.