Dansen op de vulkaan

Daar zijn we dan - Noordereiland, Nieuw Zeeland - een plek waar het voor ons vrij plotseling even stil viel. Geen duidelijk doel voor ogen, hooguit een vaag verlangen om hier te zijn en tijd en ruimte genoeg om daar even in weg te zakken. De eerste dagen bracht ons campertje - een Toyota uit de (vroege) jaren ’90 van de vorige eeuw - ons via de Bay of Islands en de Kauri bossen naar Auckland. Wat voor ons een plek werd om even een dag onze eigen weg te gaan. Maartje belandde in de bioscoop en Sander dompelde zich onder in de nieuwe Auckland Art Gallery. Een dag die we allebei nodig hadden om ons te beseffen dat we even niet zoveel hoeven nu. Ondanks de immense hoeveelheid dingen om te zien en te doen hier, mag het van ons wel even wat huiselijker. En dus geen 4 uur rijden per dag en al helemaal geen checklist met wat niet te missen.

Wat wel? Tijd om te lezen, wat langer op een plek te zijn, yoga voor Maartje, schrijven en sporten voor Sander en vooral tijd om even wat meer met onszelf bezig te zijn. Onze ‘freedom camper’ draagt zeker bij aan de huiselijkheid; alleen de waxinelichtjes ontbreken nog (TL is ook niet alles ;-).

Inmiddels zijn we een ruime week hier en begint de tijd voor onszelf lekker door te werken. En ook wennen we aan het weer terug zijn in een westerse cultuur. Dat is wel even schakelen; van de prijzen in de supermarkt tot de (over)organisatie en het intensieve toerisme. Voor ogenschijnlijk elke bezienswaardigheid staat een hek, een informatiebord en een kassa. Ook internet en wifi zijn – gek genoeg - veel minder voor handen dan in Zuid-Amerika. En waar het is, moeten er meestal eerst een paar dollars rollen. En over de vele regels en ongevraagde adviezen hebben we al iets gezegd in onze vorige blog. Ook dat lijkt wel wat op Nederland.

Maar nu de gewenning doorzet, krijgen we weer oog voor de pracht en de vriendelijkheid van Nieuw-Zeeland; voor veel Europeanen het ultieme vakantieland. We zijn nog maar een week onderweg, nog niet eens in de buurt van het Zuidereiland, maar zelfs nu is de natuur al overal. Het is alsof we continu door de meest geweldige, enorme achtertuin rijden. Dat nodigt uit tot prachtige wandelingen en ontelbare andere buitensportmogelijkheden. Alleen in Nieuw-Zeeland kan Sander zijn hardlooprondje uitbreiden met een dip in een natuurlijke warm-water-bron, om daarna stroomafwaarts de rivier af te zwemmen naar de camping. En waar anders kun je een autorit onderbreken voor een kwartiertje poedelen in de warme Kerosine Creek?

Natuur betekent soms ook regen en wind. Zo kregen we nog wat extra huiselijkheid kado, doordat we moesten wachten op een venster om de Tongariro Crossing te lopen. Deze dagwandeling wordt een van de mooiste ter wereld genoemd. De vulkanentocht brengt je in acht uur tijd langs kratermonden, kratermeren, zwaveldampen, warm-water-bronnen en lavavelden. Maar zoals gezegd, het weer -winden tot 100 kilometer per uur op de crossing - maakte dat we twee dagen moesten wachten. Dat was het meer dan waard; onvoorstelbaar veel moois en bijna aanraakbaar dichtbij. Wat dan wel weer jammer is, is dat je de wandeling start met vijf busladingen tegelijk. Er stonden meer mensen in de wacht. De drukte haalt zonder meer wat van de beleving uit de tocht. Wat ons betreft mag DOC (Department Of Conservation) het maximale aantal wandelaars op het pad beperken. Zie de foto’s voor zowel de pracht, als ook de wandelaarspolonaise.

Oh ja, Tongariro heeft ons geleerd dat we inmiddels behoorlijk fit zijn. Maartje heeft de crossing zeven jaar geleden al eens gemaakt en was daar net een beetje van bijgekomen. Maar ditmaal met twee vingers in haar neus. En omdat we lopend zowel aan onszelf als aan de omgeving toekomen, beloven we onszelf - ondanks dat we even niet zoveel hoeven - toch stiekem al een meerdaagse trekking op het Zuidereiland.

Tongariro Crossing (zie fotoboek voor meer!)
Voor wie het interessant vindt: meer over het omschakelen lees je in Sanders’ blog ‘difference fatigue’.

Contrast

Als we geneigd zijn scherper te zien als het contrast verhoogd wordt, dan moet dit een goed moment zijn om terug te blikken op Zuid-Amerika. Hier zitten we dan, in Nieuw-Zeeland, voor ons campertje, aan waarschijnlijk de rustigste baai van de Bay of Islands. Geen rugzak om op te letten, spullen uitgepakt en zelfs voorzien van twee luie campingstoelen. Op het eerste gezicht ineens weinig uitdagend, maar tegelijkertijd opent het allerlei nieuwe mogelijkheden. Wat we met die mogelijkheden gaan doen, dat laten we nu langzaam op ons inwerken.

Terug naar het contrast. Wat barst het hier ineens van de regels! (en ze worden nog gehandhaafd ook…) Dat geldt niet alleen voor de douane, ook de checkout-time betekent hier ineens iets. Verder vallen ons de vele bordjes op bij elke baai en op elk strand; een bijna Hollandse organisatiegraad. Gelukkig spreken alle regels hier voor meer dan voor zich; en kunnen we alle tekens rustig negeren ;-)

Maar het eerste contrast maakt wel iets duidelijk over wat Zuid-Amerika zo mooi maakte voor ons. De weinige vanzelfsprekendheden maken het reizen elke dag tot een kleine of grote uitdaging, wat het onmogelijk maakt om je ook maar een moment te vervelen. Verder was het beperkte aantal regels waar we mee te maken hadden verfrissend. Mensen zoeken het wel met elkaar uit; en dat gaat negen van de tien keer prima. En een bijkomend voordeel van de weinige geschreven regels is dat het mensen minder afstandelijk lijkt te maken. Zonder regels worden sociale vaardigheden immers een stuk belangrijker om er goed met elkaar uit te komen.

En verder?
-        Hoogtepunten voor ons waren zonder twijfel de Salar de Uyuni en de vierdaagse jeeptocht die daaraan vooraf ging en de W-trek in Torres del Paine. Voor ons ongeëvenaard mooie natuur en zonder meer fantastische gebieden om er meerdaags uit te zijn.
-        Zoals gezegd heeft het onderweg zijn door Argentinië, Bolivia, Peru en Chili ons nooit verveeld. En dat is maar goed ook, want alles bij elkaar hebben we er toch een kleine 16.500 kilometer afgelegd.
-        Vooraf waren we door velen gewaarschuwd voor het risico van diefstal en al dan niet gewelddadige overvallen. Reizigers met slechte ervaringen onderweg doen daar nog een schepje bovenop; al was het alleen maar omdat ze zelf de ervaring nog niet verwerkt hebben. Onze ervaring op onze route is wat dat betreft vooral goed. Als je niet al te naïef bent - vooral blijft luisteren naar de kleine stemmetjes van binnen - en groepsdruk negeert - dan blijven de risico’s beperkt tot het domweg op de verkeerde tijd op de verkeerde plek zijn. Dat kan iedereen overkomen. De keren dat we de stemmetjes negeerden, leverde ons dat een te duur busticket voor de verkeerde bus op. Onveilig hebben we ons hooguit gevoeld in het verkeer, maar ook daar trokken we de conclusie dat een fietsvakantie hier zeker goed te doen is.
-        Vooraf hadden we geen idee of samen reizen ons zou beperken in het leggen van contacten met andere reizigers of locals. We hebben beiden eerder alleen gereisd en merkten toen hoe vanzelf dat ging. En eigenlijk was dat nu weer zo; geen belemmeringen daar. Wel hebben we ons voorgenomen om de komende maanden met iets meer regelmaat onze eigen weg te gaan.
-        Hoe dan ook hebben dik twee maanden Zuid-Amerika aanleiding gegeven voor meer. Op ons verlanglijstje staan (met stip): Colombia, Panama, Suriname, Cuba en natuurlijk de overgeslagen Machu Picchu. Over Mexico worden we om de een of andere reden maar niet eens, maar Maartje wil zeker nog die kant op.
-        Mooie afsluiter was Maartjes verjaardag - 18 november - in het vliegtuig. We stegen op 17 november rond half 12 ’s avonds op in Santiago en landden 12,5 uur later op 19 november half 5 ‘s ochtends in Auckland. Met het kruisen van de internationale datumlijn zijn we een dag kwijt geraakt (budgettair een topdag!), maar die kwijtgeraakte dag is dus ook Maartjes’ verjaardag geweest. En hoewel ‘ kwijt’ , zeker niet vergeten; in het vliegtuig kregen we om 12 uur ’s nachts een glaasje champagne en Maartje werd verwend met gezang en kadootjes van Sander en haar ouders. Daarna nog een heerlijk vliegtuigdineetje en na een uur werd het echt tijd om te gaan slapen! En na een rustige vlucht werden we op 19 november weer wakker...

Nu zijn we inmiddels een dag of vijf in Nieuw-Zeeland en de jetlag is wel weg. De indrukwekkende Kauri bomen aan de Kauri Coast hebben ons enorm welkom geheten, om daarna wat tijd te nemen in Auckland en een beetje georganiseerd te raken. We zakken nu af naar het zuiden; en wie weet morgen al de mogelijkheid om de Tongariro Crossing te lopen. Met CCR en Crosby Stills Nash & Young over de speakers, omdat kilometers vreten met ons oude busje toch echt een hippie-gevoel losmaakt…

Van hostel naar campervan...(en meer van dit)

Het einde van de wereld

Wat ‘I’m still standing’ van Elton John deed op de W-trek, doet ‘It’s the end of the world’ van REM in Ushuaia. Met deze songtekst kun je alle kanten op, maar net als voor REM is het einde van de wereld voor ons ook geen onheilsvoorspelling. Wel bijzonder: Ushuaia - in Vuurland - is het zuidelijkste stadje ter wereld. Althans, dat claimen de Argentijnen. De Chilenen houden het op Fort Williams; een net iets zuidelijker gelegen marinebasis. Het bezoek aan Ushuaia betekent voor ons dat we na Chili nog een paar dagen van Argentinië mogen proeven. De verschillen tussen de beide landen kunnen we - proefondervindelijk - steeds beter vaststellen. Ons ligt Chili net wat beter; vriendelijker, vrolijker en toegankelijker. Een aardig weetje: de andere latino’s vinden Argentijnen uitgesproken arrogant en hebben het over de ‘Fransen van Zuid-Amerika’. Is er misschien een Francofiel onder jullie die daarop wil reageren?

Maar Argentijns Vuurland is prachtig; en veel meer dan alleen maar weidse, groene vlakten en stevige, Arctische winden. De Andes buigt hier om in oostelijke richting om z’n laatste mooie trekken te laten zien. Ondertussen merken wij wel dat Torres del Paine ons behoorlijk verwend heeft, maar dat doet niets af aan Vuurland. Maartje leest onderweg ‘De reis van de Beagle’, het dagboek dat Charles Darwin bijhield. Hij schrijft uitgebreid over de flora en fauna, en over de kennismaking met de indianen in Vuurland. En hoewel Darwin meestal objectief poogde te zijn, liet hij zich hier vrijelijk uit over ‘onderontwikkelde wilden die dichterbij dieren dan bij mensen staan’. Charles heeft geweldige ideeën gehad, maar hij was blijkbaar ook gewoon een man van zijn tijd. Zijn uitgesproken mening heeft direct bijgedragen aan de ondergang - of liever gezegd uitroeiing - van deze inheemse bevolking.

In Ushuaia hebben wij ons ver van de wilde geschiedenis gehouden en - onze laatste dagen in Zuid-Amerika - rustig aan gedaan. Op verhaal komen en - zoals dat gaat met afscheid nemen van de ene plek - veel zin krijgen in die andere plek: Nieuw-Zeeland. Als lokale uitsmijter bezoeken we de pinguïnkolonie in de Otway Sound, bij Punta Arenas. Zo eindigen we ‘schattig’ in dit harde klimaat. En veel meer is er niet voor ons in Punta Arenas, want hoewel ooit een welvarende havenstad, is het beste er hier sinds de opening van het Panama-kanaal wel af. Wel was de kapper-op-reis-ervaring hier weer buitengewoon. Sander wordt vakkundig kort geknipt door een kapper met meer dan beginnende Parkinson; en is glimlachend blijven zitten ;-) Nou ja, het groeit wel weer aan…

En op de valreep toch nog wat kleine reisproblemen en openlijke leugentjes om bestwil door lokale travel agents. Tot nu toe hadden we ook eigenlijk wat te veel geluk gehad. De directe bus van Ushuaia naar Punta Arenas zou kapot zijn, waarna we collectief overgeplaatst werden naar een indirecte bus. De Israëlische toerist die een principiële poging ondernam om wat geld terug te krijgen, werd met een kluitje het riet in gestuurd. Iedereen begrijpt toch dat indirect veel duurder is, want meer materiaal- en meer manuren. En meer tijd om van de faciliteiten en de omgeving te genieten…. Daar kunnen onze OV-collega’s thuis geen speld tussen krijgen. En ook onze vlucht naar Santiago wordt op het laatste moment omgeboekt; vanwege oprispingen van de eerder uitgebarsten vulkaan. We zijn blij dat we een dag marge in Santiago hebben ingebouwd. Zo halen we in elk geval onze vlucht naar Nieuw-Zeeland. Maar hoe dan ook, alles draagt bij aan ons einde-van-de-wereld-gevoel!

Voor de reflecties op onze ervaringen in Zuid-Amerika nemen we nog iets meer tijd en afstand; vanuit Nieuw-Zeeland ongetwijfeld meer daarover. Maar voor wie het interessant vindt om even boven een kaartje te hangen, zie hier onze route. Wij nemen het er nog even van in Santiago en dan - vamos!

En voor meer ' einde van de wereld': zie fotoboek.

A walk in the park

Vrij vertaald: appeltje, eitje! Dat geldt in elk geval voor de bootovertocht van Puerto Montt naar Puerto Natales, 2.000 kilometer zuidelijker. Over de Wandeling in het park later meer! Verder bij deze blog vééél foto’s (en een uitgebreider verhaal). Het lukte ons dit keer niet om ons tot 15 foto’s in te perken. Maar voor de liefhebbers zeker de moeite waard!

In het merengebied kwamen we in de hostels langzaam maar zeker steeds meer reizigers tegen die - net als wij - met de Navimag (=boot) naar het zuiden afzakken. Zo ontmoetten we Ben en James uit Engeland, Ulrike uit Duitsland en Matthias en Nina - net getrouwd en afgestudeerd - uit Duitsland. Op de boot komen IJsbrand (Ice) en Buddy (Jan) uit Nederland daar nog bij.

Navimag vaart wekelijks van Puerto Montt naar Puerto Natales en weer terug. Wat ooit vooral een vrachtboot was, biedt nu ook ruimte aan ongeveer 250 passagiers. Op onze boot zijn dat er niet meer dan 130; gelukkig is het nog (net) laagseizoen. Vier dagen en drie nachten met ongeveer een hectare bewegingsruimte. Zo leeft de hele boot van ontbijt naar lunch naar diner naar borrel naar bed. Met onderweg alle tijd om rond te kijken, boeken te lezen, potjes te schaken, te dansen om warm te blijven, te kaarten, enzovoort. Een bultrugwalvis, tonijn, dolfijnen en albatrossen maken het af. Was Sander vooraf nog bang dat hij zich zou vervelen, achteraf waren het misschien wel de meest ontspannen dagen op onze reis. Met uitzondering misschien van de eerste uren dat de Navimag de fjorden verlaat en de open oceaan op gaat. Als de eetzaal op en neer en heen en weer gaat is het dek - met stabiele horizon - een veel betere plek om te zijn. De volgende morgen is het een stuk rustiger bij het ontbijt, maar het hoort bij de Navimag-ervaring.

Bijna iedereen op de boot maakt plannen voor Torres del Paine; het nationale park in Patagonië wat geldt als één van de belangrijkste affiches van Chili. Naar het einde van de boottocht maken wij plannen om met zes te gaan lopen. Uiteindelijk splitst het gezelschap op, omdat de helft meer haast heeft om weer verder te kunnen reizen. Wij nemen een dag meer tijd in Puerto Natales. We lopen de W-trek samen met Ulrike, een 32-jarige dokter uit Keulen. De avond voordat James, Ice en Ben vertrekken belanden we in de kroeg. Dat levert de jongens - die toch al weinig slaap hadden gehad na de laatste avond bingo, drinken en dansen op de boot - een moeizame start op de volgende dag. Wij hebben gelukkig nog een dag om uit te slapen, spullen te huren (tent, brander, matjes, slaapzak, etcetera), schoenen waterdicht te maken en eten in te kopen voor vier nachten en vijf dagen. Daar gaat de dag gemakkelijk mee heen!

Torres del Paine is bekend om de torens. In indianentaal betekent het letterlijk ‘blauwe torens’. Het gebied is grotendeels door ijs en wind gevormd, wat je goed te zien is aan de extreme en bizarre vormen. Verder is Patagonië berucht om het weer. Vier seizoenen in een dag is geen uitzondering en vooral de wind kan gevaarlijk zijn. Het landschap is open en het weer zeer veranderlijk. Iedereen die zegt te weten wat het weer morgen brengt is per definitie een fantast. Dus pakken we alles extra droog in vuilniszakken in en stellen we ons in op mooie maar onvoorspelbare dagen.

Dag één is wat dat betreft al een heel warm patagonisch welkom. Met de wind in het gezicht onderweg naar de Grey gletsjer maken we kennis met de horizontale regen. Boven ons schijnt de zon, maar door de harde wind krijgen we de regen die kilometers voor ons uit de donkere wolken naar beneden valt. Ondanks dat zijn de eerste uren leuk en maken de uitzichten alles goed. Maar vooral voor Maartje - die haar eerste trektocht met rugzak maakt - is het wel een heftige start. ’s Avonds kamperen we in de buurt van een hut, zodat we - na buiten koken - warm en droog binnen kunnen eten. Ook kunnen we onze schoenen ’s nachts bij het haardvuur laten. En omdat de wind als een föhn werkt droogt ook de tent snel op nadat het stopt met regenen. Dat levert ons dag twee de gewenste droge start op. Het waait harder dan de dag er voor, met gemiddelde windsnelheden van 75 kilometer per uur. De windstoten trekken aan je rugzak en aan je benen, meestal lachwekkend, maar soms behoorlijk dreigend. We worden stuk voor stuk bijna omver geblazen. Na een uur of vier bereiken we meer luwte. Tijd voor soep en siësta. Kort daarna ontmoeten we Ben, James en Ice, die het pad in tegengestelde richting lopen. Blije gezichten! Vooral bij Ice, die van Sander een meegedragen biertje krijgt als laat bedankje voor het koken op de avond voor hun vertrek. Daarna loopt Sander vooruit naar Campemento Italiano en zet alvast de tent op. Onze rugzakken en hoezen - en natuurlijk onze geweldige teamspirit - leveren ons die dag de bijnaam ‘Team Orange’ op.

Vanaf dag drie is het weer fantastisch, bijna on-patagonisch. Van herfst gaan we via voorjaar naar zomer. We lopen twee dagen in ons T-shirt. Het park is adembenemend mooi en geweldig gevarieerd. Een slogan van het park op internet zegt: ‘niets kan je voorbereiden op de schoonheid van Torres del Paine’. Geen leugen; de landschappen gaan van Arctisch naar alpine en dan weer van lieflijk Frans naar uitgestrekt Canadees. We zien zware lawines, prachtige kleuren, heel veel vogels en steeds weer nieuwe verrassingen over de berg of om de hoek.

De laatste - vijfde - dag vertrekken we van campemento Torres - voor zonsopgang - naar het meest bekende uitzichtpunt op de torens. Daar willen we de zon zien opkomen voordat we het park verlaten. Gewapend met slaapzakken, thee en warme melk voor ons muesli-ontbijtje, lopen we omhoog. Samen met ongeveer 10 anderen zitten we uiteindelijk aan het ijsmeer aan de voet van de Torens. Wat een uitzicht had moeten zijn verandert die ochtend in een bewolkt winterlandschap, met ijzige sneeuw. We gaan van zomer naar winter; opgeteld ons vierde seizoen in Torres del Paine. De slaapzakken komen goed van pas, zodat we langer dan de anderen van het moment kunnen genieten en bijna drie kwartier boven blijven. Dan begint de terugtocht. Rond het middaguur bereiken we de bushalte, vlakbij een luxe resort van waaruit de schoon ende frisch ruikende dagjesmensen tochten maken naar het Torres uitzichtpunt.

Niet alleen de omgeving maakt de W-trek mooi; maar zeker ook de ervaring van de vijf dagen onderweg zijn. Ook de andere mensen op de W-trek dragen daar aan bij. De W is misschien wel het meest belopen in Zuid-Amerika, na Machu Picchu natuurlijk. Maar in dit seizoen gaat het dan nog steeds om niet meer dan een kleine twintig tot dertig mensen per kampement per avond. De laatste avond levert ons dat applaus op als we - na een lange dag - lachend en zingend het kamp binnen komen. Hier ontstaan mooie vriendschappen, simpelweg doordat mensen vijf dagen ongeveer dezelfde kant oplopen en samen de ervaring van Patagonië delen. Zo hebben wij net afscheid genomen van Ulrike; maar die gaan we zeker weer ontmoeten.

En nu? Nog 10 dagen over om Patagonië te beleven, voordat we doorvliegen naar Nieuw-Zeeland. Het Zuid-Amerikaanse avontuur is nog niet over, maar wel bijna. Vandaag maken we nieuwe plannen; van Ushuaia in Vuurland en de pinguïnkolonie in Punta Arenas tot wandelen bij Los Glaciales en in El Chalten. De overgang naar een ander werelddeel maakt alleen maar hongeriger om hier nog even van elke dag in Zuid-Amerika te genieten.

En voor meer van dit soort plaatjes: zie fotoboek!