Vrij vertaald: appeltje, eitje! Dat geldt in elk geval voor de bootovertocht van Puerto Montt naar Puerto Natales, 2.000 kilometer zuidelijker. Over de Wandeling in het park later meer! Verder bij deze blog vééél foto’s (en een uitgebreider verhaal). Het lukte ons dit keer niet om ons tot 15 foto’s in te perken. Maar voor de liefhebbers zeker de moeite waard!
In het merengebied kwamen we in de hostels langzaam maar zeker steeds meer reizigers tegen die - net als wij - met de Navimag (=boot) naar het zuiden afzakken. Zo ontmoetten we Ben en James uit Engeland, Ulrike uit Duitsland en Matthias en Nina - net getrouwd en afgestudeerd - uit Duitsland. Op de boot komen IJsbrand (Ice) en Buddy (Jan) uit Nederland daar nog bij.
Navimag vaart wekelijks van Puerto Montt naar Puerto Natales en weer terug. Wat ooit vooral een vrachtboot was, biedt nu ook ruimte aan ongeveer 250 passagiers. Op onze boot zijn dat er niet meer dan 130; gelukkig is het nog (net) laagseizoen. Vier dagen en drie nachten met ongeveer een hectare bewegingsruimte. Zo leeft de hele boot van ontbijt naar lunch naar diner naar borrel naar bed. Met onderweg alle tijd om rond te kijken, boeken te lezen, potjes te schaken, te dansen om warm te blijven, te kaarten, enzovoort. Een bultrugwalvis, tonijn, dolfijnen en albatrossen maken het af. Was Sander vooraf nog bang dat hij zich zou vervelen, achteraf waren het misschien wel de meest ontspannen dagen op onze reis. Met uitzondering misschien van de eerste uren dat de Navimag de fjorden verlaat en de open oceaan op gaat. Als de eetzaal op en neer en heen en weer gaat is het dek - met stabiele horizon - een veel betere plek om te zijn. De volgende morgen is het een stuk rustiger bij het ontbijt, maar het hoort bij de Navimag-ervaring.
Bijna iedereen op de boot maakt plannen voor Torres del Paine; het nationale park in Patagonië wat geldt als één van de belangrijkste affiches van Chili. Naar het einde van de boottocht maken wij plannen om met zes te gaan lopen. Uiteindelijk splitst het gezelschap op, omdat de helft meer haast heeft om weer verder te kunnen reizen. Wij nemen een dag meer tijd in Puerto Natales. We lopen de W-trek samen met Ulrike, een 32-jarige dokter uit Keulen. De avond voordat James, Ice en Ben vertrekken belanden we in de kroeg. Dat levert de jongens - die toch al weinig slaap hadden gehad na de laatste avond bingo, drinken en dansen op de boot - een moeizame start op de volgende dag. Wij hebben gelukkig nog een dag om uit te slapen, spullen te huren (tent, brander, matjes, slaapzak, etcetera), schoenen waterdicht te maken en eten in te kopen voor vier nachten en vijf dagen. Daar gaat de dag gemakkelijk mee heen!
Torres del Paine is bekend om de torens. In indianentaal betekent het letterlijk ‘blauwe torens’. Het gebied is grotendeels door ijs en wind gevormd, wat je goed te zien is aan de extreme en bizarre vormen. Verder is Patagonië berucht om het weer. Vier seizoenen in een dag is geen uitzondering en vooral de wind kan gevaarlijk zijn. Het landschap is open en het weer zeer veranderlijk. Iedereen die zegt te weten wat het weer morgen brengt is per definitie een fantast. Dus pakken we alles extra droog in vuilniszakken in en stellen we ons in op mooie maar onvoorspelbare dagen.
Dag één is wat dat betreft al een heel warm patagonisch welkom. Met de wind in het gezicht onderweg naar de Grey gletsjer maken we kennis met de horizontale regen. Boven ons schijnt de zon, maar door de harde wind krijgen we de regen die kilometers voor ons uit de donkere wolken naar beneden valt. Ondanks dat zijn de eerste uren leuk en maken de uitzichten alles goed. Maar vooral voor Maartje - die haar eerste trektocht met rugzak maakt - is het wel een heftige start. ’s Avonds kamperen we in de buurt van een hut, zodat we - na buiten koken - warm en droog binnen kunnen eten. Ook kunnen we onze schoenen ’s nachts bij het haardvuur laten. En omdat de wind als een föhn werkt droogt ook de tent snel op nadat het stopt met regenen. Dat levert ons dag twee de gewenste droge start op. Het waait harder dan de dag er voor, met gemiddelde windsnelheden van 75 kilometer per uur. De windstoten trekken aan je rugzak en aan je benen, meestal lachwekkend, maar soms behoorlijk dreigend. We worden stuk voor stuk bijna omver geblazen. Na een uur of vier bereiken we meer luwte. Tijd voor soep en siësta. Kort daarna ontmoeten we Ben, James en Ice, die het pad in tegengestelde richting lopen. Blije gezichten! Vooral bij Ice, die van Sander een meegedragen biertje krijgt als laat bedankje voor het koken op de avond voor hun vertrek. Daarna loopt Sander vooruit naar Campemento Italiano en zet alvast de tent op. Onze rugzakken en hoezen - en natuurlijk onze geweldige teamspirit - leveren ons die dag de bijnaam ‘Team Orange’ op.
Vanaf dag drie is het weer fantastisch, bijna on-patagonisch. Van herfst gaan we via voorjaar naar zomer. We lopen twee dagen in ons T-shirt. Het park is adembenemend mooi en geweldig gevarieerd. Een slogan van het park op internet zegt: ‘niets kan je voorbereiden op de schoonheid van Torres del Paine’. Geen leugen; de landschappen gaan van Arctisch naar alpine en dan weer van lieflijk Frans naar uitgestrekt Canadees. We zien zware lawines, prachtige kleuren, heel veel vogels en steeds weer nieuwe verrassingen over de berg of om de hoek.
De laatste - vijfde - dag vertrekken we van campemento Torres - voor zonsopgang - naar het meest bekende uitzichtpunt op de torens. Daar willen we de zon zien opkomen voordat we het park verlaten. Gewapend met slaapzakken, thee en warme melk voor ons muesli-ontbijtje, lopen we omhoog. Samen met ongeveer 10 anderen zitten we uiteindelijk aan het ijsmeer aan de voet van de Torens. Wat een uitzicht had moeten zijn verandert die ochtend in een bewolkt winterlandschap, met ijzige sneeuw. We gaan van zomer naar winter; opgeteld ons vierde seizoen in Torres del Paine. De slaapzakken komen goed van pas, zodat we langer dan de anderen van het moment kunnen genieten en bijna drie kwartier boven blijven. Dan begint de terugtocht. Rond het middaguur bereiken we de bushalte, vlakbij een luxe resort van waaruit de schoon ende frisch ruikende dagjesmensen tochten maken naar het Torres uitzichtpunt.
Niet alleen de omgeving maakt de W-trek mooi; maar zeker ook de ervaring van de vijf dagen onderweg zijn. Ook de andere mensen op de W-trek dragen daar aan bij. De W is misschien wel het meest belopen in Zuid-Amerika, na Machu Picchu natuurlijk. Maar in dit seizoen gaat het dan nog steeds om niet meer dan een kleine twintig tot dertig mensen per kampement per avond. De laatste avond levert ons dat applaus op als we - na een lange dag - lachend en zingend het kamp binnen komen. Hier ontstaan mooie vriendschappen, simpelweg doordat mensen vijf dagen ongeveer dezelfde kant oplopen en samen de ervaring van Patagonië delen. Zo hebben wij net afscheid genomen van Ulrike; maar die gaan we zeker weer ontmoeten.
En nu? Nog 10 dagen over om Patagonië te beleven, voordat we doorvliegen naar Nieuw-Zeeland. Het Zuid-Amerikaanse avontuur is nog niet over, maar wel bijna. Vandaag maken we nieuwe plannen; van Ushuaia in Vuurland en de pinguïnkolonie in Punta Arenas tot wandelen bij Los Glaciales en in El Chalten. De overgang naar een ander werelddeel maakt alleen maar hongeriger om hier nog even van elke dag in Zuid-Amerika te genieten.