Merry Christmas and a Happy New Year!

Bijna kerst! Wij zijn de komende dagen aan het strand te vinden in Fremantle (Australië) en verwennen onszelf met een fijn B&B. Maar de kerstgedachte ontgaat ons dit jaar zeker niet: dagen om aan jullie te denken.

We wensen je fijne kerstdagen en een gezond en liefdevol nieuw jaar. Ons mantra voor 2012:
Live simply - give more - expect less

Geniet van de komende dagen en tot snel ziens op deze blog!

Maartje & Sander

Santa baby!

Stad met een hart

De laatste Lonely Planet van Nieuw-Zeeland is vlak voor de grote aardbeving bijgewerkt. Waar vroeger een hostel annex camping was, rijden we nu tussen hoge dranghekken een doodlopende straat in. Het voormalige stadshart van Christchurch is nu ‘red zone’, wat nog het meest doet denken aan oorlogsgebied. Het lijkt een stad zonder hart - een spookstad - deels ingestort en deels onbewoonbaar verklaard. Het voelt heel bevreemdend om de puinhopen van een moderne stad te zien. Meerdere breuklijnen hebben de stad verdeeld in twee groepen: direct en indirect getroffenen. Want al snel is ons duidelijk dat in Christchurch hoe dan ook iedereen is getroffen. Iedereen kent wel iemand, en het sociale leven is nog steeds ontregeld. En naast de honderden slachtoffers, is de materiële schade en de voelbare schade in het dagelijks leven enorm. Het zal de stad nog zeker tien jaar kosten om voorzieningen en infrastructuur te herbouwen. Hoewel wij denken dat het nog wel langer kan duren; totdat voldoende neuzen dezelfde kant op staan en geschillen en verzekeringskwesties zijn opgelost.

En al zou je willen, je komt er niet aan voorbij. De mensen in Christchurch hebben het hart op de tong, nog elke dag de behoefte om gebeurtenissen te delen. Het zijn al die persoonlijke verhalen - op straat en in kunst, in boeken en in films - die ons duidelijk maken dat de stad juist een heel groot hart heeft. Het aantal initiatieven om elkaar te helpen is niet te tellen. Het meest bekende voorbeeld is het georganiseerde leger studenten, dat op vrijwillige basis bijspringt waar hulp nodig is. Zoals in de ouderenzorg bijvoorbeeld. Gewoon, boodschappen doen voor mensen die de deur niet meer uit komen. Of structureel bijspringen waar ambulante zorg door omstandigheden tijdelijk niet kan worden geleverd. Op de thee bij Hazel en Warwick - de ouders van David, die we samen met Amelia leerde kennen in Bolivia - worden deze en andere verhalen voor ons persoonlijk gemaakt.

De dagen daarna brengen we door op Banks Peninsula, in de ‘bach’ van Hazel en Warwick. Zo hebben we ineens de sleutel van een geweldig buitenhuis dat ogenschijnlijk middenin het Engelse Lake District staat. Het lijkt een lange weg van een toevallige ontmoeting in Bolivia naar hier, maar niets is minder waar. Hazel en Warwick zetten ons met twee voeten op ultiem gastvrije Nieuw Zeelandse bodem. En hadden we de Nieuw Zeelanders in onze vorige blog nog saai genoemd? Hazel en Warwick saai? Geen moment! Altijd fijn als iemand het tegendeel voor je bewijst ;-)

Zoals gezegd, het Peninsula had Lake District kunnen zijn, het weer inbegrepen. Maar als je lekker huisje kan spelen, wat maakt een beetje regen dan uit. Laat dat ‘beetje’ op het zelfde moment maar weg voor een ander deel van het Zuidereiland. Terwijl wij ons laven aan wijn en Franse kaas, wordt de omgeving van Nelson en het Abel Tasman park letterlijk geteisterd door de meest hevige regenval in dertig jaar. Door landslides worden wegen weggespoeld en huizen minstens tijdelijk onbewoonbaar. Het net geopende rampenfonds van Nieuw Zeeland wordt nog wat extra aangesproken. In de krant zien we bekende beelden, maar nu anders. Op de camping in het Abel Tasman park - waar we anderhalve week geleden stonden - zijn nu meerdere campervans ingesloten. De enige toegangsweg is weggespoeld. En reken daar niet op mobiele dekking of een winkel op de hoek… Zo avontuurlijk kan het ook zijn!

Wij vinden het stiekem heerlijk om de camper achter ons te laten, even wat meer leefruimte. De wereld is te groot om vanuit een Toyota Hi-Ace te bekijken. En sommige dingen moet je zo af en toe weer even ervaren, zoals de beperkingen van vrijheid op wielen. Wel kijken we terug op een heerlijke vakantie van het reizen, opgeladen en uitgeslapen. Een Allo-Allo Fransman in ons Jailhouse-hostel vatte Nieuw Zeeland goed samen. Wil je mensen ontmoeten of de natuur in? Voor het eerste is Zuidoost Azië vast en zeker de betere bestemming. Voor het tweede is Nieuw Zeeland erg moeilijk te overtreffen.

Meer kaarten? Klik hier!

Laid-back (in de comfortzone)

Als we het Noordereiland verlaten en het Zuidereiland oprijden, verandert er iets. Het voelt zachter, oogt groener en afwisselender en is (nog) leger. Wat ook anders voelt, is dat we - voor het eerst sinds Buenos Aires - reizen met een concreet doel. We gaan langs bij Hilbrand en Marijke. Hilbrand was - alweer even geleden - de eerste stagiaire bij pa (Piet) van der Eijk. In de jaren ’70 zijn Hilbrand en Marijke samen naar Nieuw-Zeeland vertrokken, waar Hilbrand een hoveniersbedrijf is begonnen. We krijgen een warm welkom. Zo zijn we ineens - net als thuis - Hollands op bezoek, met een wijntje op de bank. We slapen op de drive, om de volgende dag door Hilbrand in de omgeving te worden rondgeleid. Als we weer vertrekken, zijn we stapels lokale kennis en reisideeën rijker.

We wandelen in het prachtige Abel Tasman National Park, rijden over de Lewis Pass naar de westkust, bezoeken de Pancake Rocks, slaan de Franz Jozef en de Fox gletsjer niet over en belanden uiteindelijk in het alweer even adembenemende Aspiring National Park. En nu liggen we languit tussen de backpack-meute in het levendige en relaxte Queenstown. In dit buitensport-vakantieland komt er geen einde aan de plekken om te zijn - en dat allemaal in een weekje tijd.

Toch is er iets wat er - voor ons - voor zorgt dat Nieuw-Zeeland maar niet echt spannend wil worden. Geen moment worden we echt uit onze comfortzone getrokken. Is het de camper waar we in slapen, eten, borrelen, lezen én reizen? Missen we de flexibiliteit van het backpacken of de stroom van ontmoetingen met medereizigers? Ja, dat klopt wel. We kijken er naar uit om ons weer te kunnen verwonderen over verschillen. Nieuw-Zeeland lijkt - met uitzondering van de geweldige natuur - misschien iets te veel op Nederland. Maar het is ook nog iets anders, iets in de mensen hier. De Nieuw-Zeelanders - doorgaans onvoorstelbaar relaxed - zijn stiekem enorm conflictmijdend. Alles en iedereen beweegt zich in de eerdergenoemde - ietwat te gemakkelijke - comfortzone. Dat brengt op zichzelf veel goeds met zich mee, zoals bijvoorbeeld de manier waarop Nieuw-Zeeland de verhoudingen met de Maori herstelt. En ook als backpacker of buitensporter kan je een geweldige plek vinden in die relaxte wereld. Maar het is ook wel een beetje slaperig en wat weinig gewaagd. Overheden en instanties maken dat op zichzelf al heel veilige sfeertje af met heel veel aandacht voor veiligheid. Allerhande regels, borden en ongevraagde adviezen maken zelf nadenken - of de discussie aan gaan met elkaar - zonder meer overbodig. De veiligheidskaart wordt gespeeld tot en met het spannen van een waslijntje op de camping, einde discussie ;-)

Maar, gelukkig geen ‘beveiligde’ samenleving zonder een paar gepaste rafelrandjes. Voor ons verklaart die enorme comfortzone hier veel van de onophoudelijke reeks aan levensgevaarlijke actiesporten die je Nieuw-Zeeland biedt. De kiwi’s zijn sportief tot in extremen, hardlopend en fietsend van en naar het werk, trainend voor hun jaarlijkse coast-to-coast-race. De Zuidereiland mannen zijn hier groot en macho, type ruwe bolster blanke pit: hi there mate! Maar mannen met een uitgesproken mening, die vinden ze hier ‘intimidating’. En dan is er ook nog de rijstijl (en het inhaalgedrag in de bochten - niet bepaald veilig) van sommige Nieuw-Zeelanders, met nog meer verkeersborden tot gevolg.

We gaan nog een ruime week van deze prachtige comfortzone genieten. En onderweg naar Christchurch doen we vast nog meer geweldige flora aan en zien we hopelijk ook nog wat meer fauna; voor óns de meest uitgesproken ingrediënten van Nieuw-Zeeland.

Ochtenduik (zie fotoboek voor meer!)

Dansen op de vulkaan

Daar zijn we dan - Noordereiland, Nieuw Zeeland - een plek waar het voor ons vrij plotseling even stil viel. Geen duidelijk doel voor ogen, hooguit een vaag verlangen om hier te zijn en tijd en ruimte genoeg om daar even in weg te zakken. De eerste dagen bracht ons campertje - een Toyota uit de (vroege) jaren ’90 van de vorige eeuw - ons via de Bay of Islands en de Kauri bossen naar Auckland. Wat voor ons een plek werd om even een dag onze eigen weg te gaan. Maartje belandde in de bioscoop en Sander dompelde zich onder in de nieuwe Auckland Art Gallery. Een dag die we allebei nodig hadden om ons te beseffen dat we even niet zoveel hoeven nu. Ondanks de immense hoeveelheid dingen om te zien en te doen hier, mag het van ons wel even wat huiselijker. En dus geen 4 uur rijden per dag en al helemaal geen checklist met wat niet te missen.

Wat wel? Tijd om te lezen, wat langer op een plek te zijn, yoga voor Maartje, schrijven en sporten voor Sander en vooral tijd om even wat meer met onszelf bezig te zijn. Onze ‘freedom camper’ draagt zeker bij aan de huiselijkheid; alleen de waxinelichtjes ontbreken nog (TL is ook niet alles ;-).

Inmiddels zijn we een ruime week hier en begint de tijd voor onszelf lekker door te werken. En ook wennen we aan het weer terug zijn in een westerse cultuur. Dat is wel even schakelen; van de prijzen in de supermarkt tot de (over)organisatie en het intensieve toerisme. Voor ogenschijnlijk elke bezienswaardigheid staat een hek, een informatiebord en een kassa. Ook internet en wifi zijn – gek genoeg - veel minder voor handen dan in Zuid-Amerika. En waar het is, moeten er meestal eerst een paar dollars rollen. En over de vele regels en ongevraagde adviezen hebben we al iets gezegd in onze vorige blog. Ook dat lijkt wel wat op Nederland.

Maar nu de gewenning doorzet, krijgen we weer oog voor de pracht en de vriendelijkheid van Nieuw-Zeeland; voor veel Europeanen het ultieme vakantieland. We zijn nog maar een week onderweg, nog niet eens in de buurt van het Zuidereiland, maar zelfs nu is de natuur al overal. Het is alsof we continu door de meest geweldige, enorme achtertuin rijden. Dat nodigt uit tot prachtige wandelingen en ontelbare andere buitensportmogelijkheden. Alleen in Nieuw-Zeeland kan Sander zijn hardlooprondje uitbreiden met een dip in een natuurlijke warm-water-bron, om daarna stroomafwaarts de rivier af te zwemmen naar de camping. En waar anders kun je een autorit onderbreken voor een kwartiertje poedelen in de warme Kerosine Creek?

Natuur betekent soms ook regen en wind. Zo kregen we nog wat extra huiselijkheid kado, doordat we moesten wachten op een venster om de Tongariro Crossing te lopen. Deze dagwandeling wordt een van de mooiste ter wereld genoemd. De vulkanentocht brengt je in acht uur tijd langs kratermonden, kratermeren, zwaveldampen, warm-water-bronnen en lavavelden. Maar zoals gezegd, het weer -winden tot 100 kilometer per uur op de crossing - maakte dat we twee dagen moesten wachten. Dat was het meer dan waard; onvoorstelbaar veel moois en bijna aanraakbaar dichtbij. Wat dan wel weer jammer is, is dat je de wandeling start met vijf busladingen tegelijk. Er stonden meer mensen in de wacht. De drukte haalt zonder meer wat van de beleving uit de tocht. Wat ons betreft mag DOC (Department Of Conservation) het maximale aantal wandelaars op het pad beperken. Zie de foto’s voor zowel de pracht, als ook de wandelaarspolonaise.

Oh ja, Tongariro heeft ons geleerd dat we inmiddels behoorlijk fit zijn. Maartje heeft de crossing zeven jaar geleden al eens gemaakt en was daar net een beetje van bijgekomen. Maar ditmaal met twee vingers in haar neus. En omdat we lopend zowel aan onszelf als aan de omgeving toekomen, beloven we onszelf - ondanks dat we even niet zoveel hoeven - toch stiekem al een meerdaagse trekking op het Zuidereiland.

Tongariro Crossing (zie fotoboek voor meer!)
Voor wie het interessant vindt: meer over het omschakelen lees je in Sanders’ blog ‘difference fatigue’.

Contrast

Als we geneigd zijn scherper te zien als het contrast verhoogd wordt, dan moet dit een goed moment zijn om terug te blikken op Zuid-Amerika. Hier zitten we dan, in Nieuw-Zeeland, voor ons campertje, aan waarschijnlijk de rustigste baai van de Bay of Islands. Geen rugzak om op te letten, spullen uitgepakt en zelfs voorzien van twee luie campingstoelen. Op het eerste gezicht ineens weinig uitdagend, maar tegelijkertijd opent het allerlei nieuwe mogelijkheden. Wat we met die mogelijkheden gaan doen, dat laten we nu langzaam op ons inwerken.

Terug naar het contrast. Wat barst het hier ineens van de regels! (en ze worden nog gehandhaafd ook…) Dat geldt niet alleen voor de douane, ook de checkout-time betekent hier ineens iets. Verder vallen ons de vele bordjes op bij elke baai en op elk strand; een bijna Hollandse organisatiegraad. Gelukkig spreken alle regels hier voor meer dan voor zich; en kunnen we alle tekens rustig negeren ;-)

Maar het eerste contrast maakt wel iets duidelijk over wat Zuid-Amerika zo mooi maakte voor ons. De weinige vanzelfsprekendheden maken het reizen elke dag tot een kleine of grote uitdaging, wat het onmogelijk maakt om je ook maar een moment te vervelen. Verder was het beperkte aantal regels waar we mee te maken hadden verfrissend. Mensen zoeken het wel met elkaar uit; en dat gaat negen van de tien keer prima. En een bijkomend voordeel van de weinige geschreven regels is dat het mensen minder afstandelijk lijkt te maken. Zonder regels worden sociale vaardigheden immers een stuk belangrijker om er goed met elkaar uit te komen.

En verder?
-        Hoogtepunten voor ons waren zonder twijfel de Salar de Uyuni en de vierdaagse jeeptocht die daaraan vooraf ging en de W-trek in Torres del Paine. Voor ons ongeëvenaard mooie natuur en zonder meer fantastische gebieden om er meerdaags uit te zijn.
-        Zoals gezegd heeft het onderweg zijn door Argentinië, Bolivia, Peru en Chili ons nooit verveeld. En dat is maar goed ook, want alles bij elkaar hebben we er toch een kleine 16.500 kilometer afgelegd.
-        Vooraf waren we door velen gewaarschuwd voor het risico van diefstal en al dan niet gewelddadige overvallen. Reizigers met slechte ervaringen onderweg doen daar nog een schepje bovenop; al was het alleen maar omdat ze zelf de ervaring nog niet verwerkt hebben. Onze ervaring op onze route is wat dat betreft vooral goed. Als je niet al te naïef bent - vooral blijft luisteren naar de kleine stemmetjes van binnen - en groepsdruk negeert - dan blijven de risico’s beperkt tot het domweg op de verkeerde tijd op de verkeerde plek zijn. Dat kan iedereen overkomen. De keren dat we de stemmetjes negeerden, leverde ons dat een te duur busticket voor de verkeerde bus op. Onveilig hebben we ons hooguit gevoeld in het verkeer, maar ook daar trokken we de conclusie dat een fietsvakantie hier zeker goed te doen is.
-        Vooraf hadden we geen idee of samen reizen ons zou beperken in het leggen van contacten met andere reizigers of locals. We hebben beiden eerder alleen gereisd en merkten toen hoe vanzelf dat ging. En eigenlijk was dat nu weer zo; geen belemmeringen daar. Wel hebben we ons voorgenomen om de komende maanden met iets meer regelmaat onze eigen weg te gaan.
-        Hoe dan ook hebben dik twee maanden Zuid-Amerika aanleiding gegeven voor meer. Op ons verlanglijstje staan (met stip): Colombia, Panama, Suriname, Cuba en natuurlijk de overgeslagen Machu Picchu. Over Mexico worden we om de een of andere reden maar niet eens, maar Maartje wil zeker nog die kant op.
-        Mooie afsluiter was Maartjes verjaardag - 18 november - in het vliegtuig. We stegen op 17 november rond half 12 ’s avonds op in Santiago en landden 12,5 uur later op 19 november half 5 ‘s ochtends in Auckland. Met het kruisen van de internationale datumlijn zijn we een dag kwijt geraakt (budgettair een topdag!), maar die kwijtgeraakte dag is dus ook Maartjes’ verjaardag geweest. En hoewel ‘ kwijt’ , zeker niet vergeten; in het vliegtuig kregen we om 12 uur ’s nachts een glaasje champagne en Maartje werd verwend met gezang en kadootjes van Sander en haar ouders. Daarna nog een heerlijk vliegtuigdineetje en na een uur werd het echt tijd om te gaan slapen! En na een rustige vlucht werden we op 19 november weer wakker...

Nu zijn we inmiddels een dag of vijf in Nieuw-Zeeland en de jetlag is wel weg. De indrukwekkende Kauri bomen aan de Kauri Coast hebben ons enorm welkom geheten, om daarna wat tijd te nemen in Auckland en een beetje georganiseerd te raken. We zakken nu af naar het zuiden; en wie weet morgen al de mogelijkheid om de Tongariro Crossing te lopen. Met CCR en Crosby Stills Nash & Young over de speakers, omdat kilometers vreten met ons oude busje toch echt een hippie-gevoel losmaakt…

Van hostel naar campervan...(en meer van dit)

Het einde van de wereld

Wat ‘I’m still standing’ van Elton John deed op de W-trek, doet ‘It’s the end of the world’ van REM in Ushuaia. Met deze songtekst kun je alle kanten op, maar net als voor REM is het einde van de wereld voor ons ook geen onheilsvoorspelling. Wel bijzonder: Ushuaia - in Vuurland - is het zuidelijkste stadje ter wereld. Althans, dat claimen de Argentijnen. De Chilenen houden het op Fort Williams; een net iets zuidelijker gelegen marinebasis. Het bezoek aan Ushuaia betekent voor ons dat we na Chili nog een paar dagen van Argentinië mogen proeven. De verschillen tussen de beide landen kunnen we - proefondervindelijk - steeds beter vaststellen. Ons ligt Chili net wat beter; vriendelijker, vrolijker en toegankelijker. Een aardig weetje: de andere latino’s vinden Argentijnen uitgesproken arrogant en hebben het over de ‘Fransen van Zuid-Amerika’. Is er misschien een Francofiel onder jullie die daarop wil reageren?

Maar Argentijns Vuurland is prachtig; en veel meer dan alleen maar weidse, groene vlakten en stevige, Arctische winden. De Andes buigt hier om in oostelijke richting om z’n laatste mooie trekken te laten zien. Ondertussen merken wij wel dat Torres del Paine ons behoorlijk verwend heeft, maar dat doet niets af aan Vuurland. Maartje leest onderweg ‘De reis van de Beagle’, het dagboek dat Charles Darwin bijhield. Hij schrijft uitgebreid over de flora en fauna, en over de kennismaking met de indianen in Vuurland. En hoewel Darwin meestal objectief poogde te zijn, liet hij zich hier vrijelijk uit over ‘onderontwikkelde wilden die dichterbij dieren dan bij mensen staan’. Charles heeft geweldige ideeën gehad, maar hij was blijkbaar ook gewoon een man van zijn tijd. Zijn uitgesproken mening heeft direct bijgedragen aan de ondergang - of liever gezegd uitroeiing - van deze inheemse bevolking.

In Ushuaia hebben wij ons ver van de wilde geschiedenis gehouden en - onze laatste dagen in Zuid-Amerika - rustig aan gedaan. Op verhaal komen en - zoals dat gaat met afscheid nemen van de ene plek - veel zin krijgen in die andere plek: Nieuw-Zeeland. Als lokale uitsmijter bezoeken we de pinguïnkolonie in de Otway Sound, bij Punta Arenas. Zo eindigen we ‘schattig’ in dit harde klimaat. En veel meer is er niet voor ons in Punta Arenas, want hoewel ooit een welvarende havenstad, is het beste er hier sinds de opening van het Panama-kanaal wel af. Wel was de kapper-op-reis-ervaring hier weer buitengewoon. Sander wordt vakkundig kort geknipt door een kapper met meer dan beginnende Parkinson; en is glimlachend blijven zitten ;-) Nou ja, het groeit wel weer aan…

En op de valreep toch nog wat kleine reisproblemen en openlijke leugentjes om bestwil door lokale travel agents. Tot nu toe hadden we ook eigenlijk wat te veel geluk gehad. De directe bus van Ushuaia naar Punta Arenas zou kapot zijn, waarna we collectief overgeplaatst werden naar een indirecte bus. De Israëlische toerist die een principiële poging ondernam om wat geld terug te krijgen, werd met een kluitje het riet in gestuurd. Iedereen begrijpt toch dat indirect veel duurder is, want meer materiaal- en meer manuren. En meer tijd om van de faciliteiten en de omgeving te genieten…. Daar kunnen onze OV-collega’s thuis geen speld tussen krijgen. En ook onze vlucht naar Santiago wordt op het laatste moment omgeboekt; vanwege oprispingen van de eerder uitgebarsten vulkaan. We zijn blij dat we een dag marge in Santiago hebben ingebouwd. Zo halen we in elk geval onze vlucht naar Nieuw-Zeeland. Maar hoe dan ook, alles draagt bij aan ons einde-van-de-wereld-gevoel!

Voor de reflecties op onze ervaringen in Zuid-Amerika nemen we nog iets meer tijd en afstand; vanuit Nieuw-Zeeland ongetwijfeld meer daarover. Maar voor wie het interessant vindt om even boven een kaartje te hangen, zie hier onze route. Wij nemen het er nog even van in Santiago en dan - vamos!

En voor meer ' einde van de wereld': zie fotoboek.

A walk in the park

Vrij vertaald: appeltje, eitje! Dat geldt in elk geval voor de bootovertocht van Puerto Montt naar Puerto Natales, 2.000 kilometer zuidelijker. Over de Wandeling in het park later meer! Verder bij deze blog vééél foto’s (en een uitgebreider verhaal). Het lukte ons dit keer niet om ons tot 15 foto’s in te perken. Maar voor de liefhebbers zeker de moeite waard!

In het merengebied kwamen we in de hostels langzaam maar zeker steeds meer reizigers tegen die - net als wij - met de Navimag (=boot) naar het zuiden afzakken. Zo ontmoetten we Ben en James uit Engeland, Ulrike uit Duitsland en Matthias en Nina - net getrouwd en afgestudeerd - uit Duitsland. Op de boot komen IJsbrand (Ice) en Buddy (Jan) uit Nederland daar nog bij.

Navimag vaart wekelijks van Puerto Montt naar Puerto Natales en weer terug. Wat ooit vooral een vrachtboot was, biedt nu ook ruimte aan ongeveer 250 passagiers. Op onze boot zijn dat er niet meer dan 130; gelukkig is het nog (net) laagseizoen. Vier dagen en drie nachten met ongeveer een hectare bewegingsruimte. Zo leeft de hele boot van ontbijt naar lunch naar diner naar borrel naar bed. Met onderweg alle tijd om rond te kijken, boeken te lezen, potjes te schaken, te dansen om warm te blijven, te kaarten, enzovoort. Een bultrugwalvis, tonijn, dolfijnen en albatrossen maken het af. Was Sander vooraf nog bang dat hij zich zou vervelen, achteraf waren het misschien wel de meest ontspannen dagen op onze reis. Met uitzondering misschien van de eerste uren dat de Navimag de fjorden verlaat en de open oceaan op gaat. Als de eetzaal op en neer en heen en weer gaat is het dek - met stabiele horizon - een veel betere plek om te zijn. De volgende morgen is het een stuk rustiger bij het ontbijt, maar het hoort bij de Navimag-ervaring.

Bijna iedereen op de boot maakt plannen voor Torres del Paine; het nationale park in Patagonië wat geldt als één van de belangrijkste affiches van Chili. Naar het einde van de boottocht maken wij plannen om met zes te gaan lopen. Uiteindelijk splitst het gezelschap op, omdat de helft meer haast heeft om weer verder te kunnen reizen. Wij nemen een dag meer tijd in Puerto Natales. We lopen de W-trek samen met Ulrike, een 32-jarige dokter uit Keulen. De avond voordat James, Ice en Ben vertrekken belanden we in de kroeg. Dat levert de jongens - die toch al weinig slaap hadden gehad na de laatste avond bingo, drinken en dansen op de boot - een moeizame start op de volgende dag. Wij hebben gelukkig nog een dag om uit te slapen, spullen te huren (tent, brander, matjes, slaapzak, etcetera), schoenen waterdicht te maken en eten in te kopen voor vier nachten en vijf dagen. Daar gaat de dag gemakkelijk mee heen!

Torres del Paine is bekend om de torens. In indianentaal betekent het letterlijk ‘blauwe torens’. Het gebied is grotendeels door ijs en wind gevormd, wat je goed te zien is aan de extreme en bizarre vormen. Verder is Patagonië berucht om het weer. Vier seizoenen in een dag is geen uitzondering en vooral de wind kan gevaarlijk zijn. Het landschap is open en het weer zeer veranderlijk. Iedereen die zegt te weten wat het weer morgen brengt is per definitie een fantast. Dus pakken we alles extra droog in vuilniszakken in en stellen we ons in op mooie maar onvoorspelbare dagen.

Dag één is wat dat betreft al een heel warm patagonisch welkom. Met de wind in het gezicht onderweg naar de Grey gletsjer maken we kennis met de horizontale regen. Boven ons schijnt de zon, maar door de harde wind krijgen we de regen die kilometers voor ons uit de donkere wolken naar beneden valt. Ondanks dat zijn de eerste uren leuk en maken de uitzichten alles goed. Maar vooral voor Maartje - die haar eerste trektocht met rugzak maakt - is het wel een heftige start. ’s Avonds kamperen we in de buurt van een hut, zodat we - na buiten koken - warm en droog binnen kunnen eten. Ook kunnen we onze schoenen ’s nachts bij het haardvuur laten. En omdat de wind als een föhn werkt droogt ook de tent snel op nadat het stopt met regenen. Dat levert ons dag twee de gewenste droge start op. Het waait harder dan de dag er voor, met gemiddelde windsnelheden van 75 kilometer per uur. De windstoten trekken aan je rugzak en aan je benen, meestal lachwekkend, maar soms behoorlijk dreigend. We worden stuk voor stuk bijna omver geblazen. Na een uur of vier bereiken we meer luwte. Tijd voor soep en siësta. Kort daarna ontmoeten we Ben, James en Ice, die het pad in tegengestelde richting lopen. Blije gezichten! Vooral bij Ice, die van Sander een meegedragen biertje krijgt als laat bedankje voor het koken op de avond voor hun vertrek. Daarna loopt Sander vooruit naar Campemento Italiano en zet alvast de tent op. Onze rugzakken en hoezen - en natuurlijk onze geweldige teamspirit - leveren ons die dag de bijnaam ‘Team Orange’ op.

Vanaf dag drie is het weer fantastisch, bijna on-patagonisch. Van herfst gaan we via voorjaar naar zomer. We lopen twee dagen in ons T-shirt. Het park is adembenemend mooi en geweldig gevarieerd. Een slogan van het park op internet zegt: ‘niets kan je voorbereiden op de schoonheid van Torres del Paine’. Geen leugen; de landschappen gaan van Arctisch naar alpine en dan weer van lieflijk Frans naar uitgestrekt Canadees. We zien zware lawines, prachtige kleuren, heel veel vogels en steeds weer nieuwe verrassingen over de berg of om de hoek.

De laatste - vijfde - dag vertrekken we van campemento Torres - voor zonsopgang - naar het meest bekende uitzichtpunt op de torens. Daar willen we de zon zien opkomen voordat we het park verlaten. Gewapend met slaapzakken, thee en warme melk voor ons muesli-ontbijtje, lopen we omhoog. Samen met ongeveer 10 anderen zitten we uiteindelijk aan het ijsmeer aan de voet van de Torens. Wat een uitzicht had moeten zijn verandert die ochtend in een bewolkt winterlandschap, met ijzige sneeuw. We gaan van zomer naar winter; opgeteld ons vierde seizoen in Torres del Paine. De slaapzakken komen goed van pas, zodat we langer dan de anderen van het moment kunnen genieten en bijna drie kwartier boven blijven. Dan begint de terugtocht. Rond het middaguur bereiken we de bushalte, vlakbij een luxe resort van waaruit de schoon ende frisch ruikende dagjesmensen tochten maken naar het Torres uitzichtpunt.

Niet alleen de omgeving maakt de W-trek mooi; maar zeker ook de ervaring van de vijf dagen onderweg zijn. Ook de andere mensen op de W-trek dragen daar aan bij. De W is misschien wel het meest belopen in Zuid-Amerika, na Machu Picchu natuurlijk. Maar in dit seizoen gaat het dan nog steeds om niet meer dan een kleine twintig tot dertig mensen per kampement per avond. De laatste avond levert ons dat applaus op als we - na een lange dag - lachend en zingend het kamp binnen komen. Hier ontstaan mooie vriendschappen, simpelweg doordat mensen vijf dagen ongeveer dezelfde kant oplopen en samen de ervaring van Patagonië delen. Zo hebben wij net afscheid genomen van Ulrike; maar die gaan we zeker weer ontmoeten.

En nu? Nog 10 dagen over om Patagonië te beleven, voordat we doorvliegen naar Nieuw-Zeeland. Het Zuid-Amerikaanse avontuur is nog niet over, maar wel bijna. Vandaag maken we nieuwe plannen; van Ushuaia in Vuurland en de pinguïnkolonie in Punta Arenas tot wandelen bij Los Glaciales en in El Chalten. De overgang naar een ander werelddeel maakt alleen maar hongeriger om hier nog even van elke dag in Zuid-Amerika te genieten.

En voor meer van dit soort plaatjes: zie fotoboek!

Chileense vakantie

Wat een rust! Na een kleine week in het Chileense merengebied zijn we compleet onthaast. Er is hier van alles te doen; maar dan vooral in de natuur. En dat betekent bergschoenen aan, naar buiten, ’s avonds zelf koken en lange nachten onder dikke dekbedden. Zeker heel wat anders dan het onderweg zijn van de afgelopen weken. Hier hebben we achtereenvolgens vier en drie dagen ons thuis gemaakt in een refugio, om van daaruit bossen, vulkanen en watervallen te verkennen.

En niets te vroeg. Want voor het eerst trad er een soort reismoeheid op, bij ons allebei. Het was lekker om even ergens thuis te zijn. En het was goed om alle indrukken van de afgelopen zes weken omhoog te laten komen. Het voelt echt als een Chileense vakantie hier; en dat heel toepasselijk in de streek waar de Chilenen zelf het liefst vakantie op vakantie gaan. Wat helpt bij het vakantie vieren, is dat ons tijdsbesef nu echt stevig begint te verschuiven. Zes uur in de bus is als een tussendoortje, en twee uur tellen we al niet eens meer. En anders is er na vandaag altijd nog morgen.

Een paar verhalen van de streek zijn het vermelden waard. In het merengebied hebben zich sinds midden 19e eeuw bijna 6.000 Duitse gezinnen gevestigd. Goed opgeleide migranten die gebruik maakte van een nieuwe Chileense wet die hen ruimte gaf om zich hier vrij te vestigen. Het resultaat is zichtbaar en draagt bij aan de toch al Europese indruk die we van Chili hebben. Het is alsof we in een Duitse tijdmachine stappen, met Beierse vakwerkhuizen, evangelische kerken, ‘kaffee und kuchen’ en een incidentele actieve Duitse vereniging. En hoewel de families inmiddels opgegaan zijn in de Chileense gemeenschap; de gründlichkeit is onmiskenbaar.

Een recenter verhaal is dat van de vulkaanuitbarsting, hier vlakbij op de grens met Argentinië. Gisteren en vandaag werd de zon (en het uitzicht op de vulkaan) weggenomen door de as. Maar niet zo erg als in Bariloche, over de grens in Argentinië. Daar worden nog steeds mondkapjes gedragen. Toch worden ook hier nog lokale vluchten geannuleerd. Tel daar de verwachting bij op dat de vulkaan nog zeker drie jaar actief blijft roken en het beeld van de impact is compleet. Alhoewel roken niet altijd iets hoeft te betekenen. De vulkaan bij Pucon rookt aan een stuk, met als enige impact Maartjes nachtmerries over vulkaanuitbarstingen, lavastromen, nachtelijke ontsnappingen uit huizen, enzovoort…

En dan de persoonlijke verhalen. Maartje heeft haar eerste bergtochten met goed gevulde backpack er op zitten; met meerdaags lopen in Patagonie in het vooruitzicht. Verder hebben we de afgelopen week weer fijne contacten gehad met het Nederlands/Amerikaanse thuis/vrienden-front; een 60-jarige mams (dus nogmaals gefeliciteerd!) en hele mooie berichten over een nieuwe zwangerschap. We koesteren de contacten!

Tijd om weer verder te kijken, want morgen begint een ander interessant deel van onze Chili-trip. We gaan aan boord van een boot die ons in vier dagen langs de fjordenkust naar Puerto Natales brengt, ongeveer 2.000 kilometer ten zuiden van hier. In de hostels ontmoeten we steeds meer reizigers die dezelfde (wekelijkse) boot pakken. Goed gezelschap, en dus kijken we uit naar vier mooie dagen vanuit weer een heel ander perspectief. Eens kijken wat vier dagen op een boot met ons schuivende tijdsbesef gaat doen.

Een van de vele meren! Klik hier voor meer.

Studentenprotesten in Chili

Santiago heet ons warm welkom in Chili. We vinden een plek in Barrio Brasil; ooit een dermate vervallen stadsdeel dat de stadsvernieuwers van de jaren ’70 en ’80 er aan voorbij zijn gegaan. En dat is goed nieuws. In de jaren ’90 wordt Barrio Brasil, vrijwel het enige oorspronkelijke (en betaalbare) stadsdeel, een mekka voor muzikanten en kunstenaars. Nu is Barrio Brasil de wijk van kunstenaars en studenten en zonder twijfel de meest hippe wijk van de stad. Tijdens het eten in een café ontmoeten we Eduardo en Theo, met wie we drie prima flessen Chileense wijn legen. Welkom in Chili!

Eduardo is docent Engels. Al snel komen we op de studentenprotesten. Wekelijks (op dinsdag) gaan tienduizenden docenten, studenten, ouders en arbeiders de straat op om gratis onderwijs te eisen. Hoewel Chili de grootste economie van Zuid-Amerika heeft, is een goede studie vrijwel onbetaalbaar. De lening die je er voor moet afsluiten - als je het geld niet al hebt - bedraagt ongeveer het equivalent van een huis. Bovendien bedragen de rentepercentages 30 tot 50%. Die eindjes krijg je voor je leven niet meer aan elkaar geknoopt. En al helemaal niet als je kiest voor een opleiding in kunst, literatuur of muziek.

Maar de voornaamste emoties spannen zich tussen links en rechts, tussen arm en rijk en tussen de aanhangers van Allende en Pinochet. Die emoties knallen er nu allemaal uit doordat Pinera, de eerste rechtse president sinds de hernieuwde democratie in 1990, eerder dit jaar heeft besloten tot extra bezuinigingen op onderwijs. De meeste studenten protesteren vreedzaam, maar als de oproerpolitie komt vertrekken gematigden en blijven relschoppers. De rellen worden gevoed door emoties die het land tijdens Pinochet al verdeelden. Moeilijk voor te stellen, maar rechts vindt nog steeds dat Pinochet het land economisch veel goed heeft gedaan. Voor links ligt dat anders; daar zijn in die tijd grote klappen gevallen. Eduardo vertelt ons dat links en rechts nog steeds niet mengen; niet in de cafés, niet in de wijken en niet op de universiteiten.

Maar ondanks alle emoties, uiteindelijk gaan de protesten om kwaliteit en gelijkheid van onderwijs. De rijke studenten hebben toegang tot de allerbeste scholen in Latijns Amerika, terwijl de onder- en middenklasse het moeten doen met een ouderwetse en zeer matig gesubsidieerde staatsopleiding.
We bedanken vriendelijk voor de uitnodiging om de volgende dag deel te nemen aan de protesten. De onderhandelingen tussen de stakingsleiders en de overheid zitten muurvast. Ondertussen worden sommige scholen en universiteiten al vier maanden bezet. Zo vormt zich een jaargang van puberende jongeren die al maanden geen onderwijs hebben gehad. Polderen is misschien niet het antwoord, maar op deze manier verder radicaliseren en wegzakken zeker ook niet.

Ook in Valparaiso liepen we tegen protesten aan. Hier zetelt het congres en bovendien zijn er vier universiteiten te vinden. Genoeg gehoor dus. Later hoorden we dat ook hier het einde grimmig is verlopen, maar net als in Santiago waren we op een andere plek in de stad toen de protesten uitliepen op ongeregeldheden.

Valparaiso is voor de helft een openluchtmuseum, waar de linkse sfeer overheerst: veel kunstenaars, grafittikunst, een rijk studentenleven en veel portretten van Allende. Ook hebben zich van oudsher veel immigranten gevestigd in Valparaiso; de vallei van het paradijs. Die invloed merk je ook nog, bijvoorbeeld in de actieve kerk van Duitse protestanten. Ons hostel is ook wel het vermelden waard, met stip op 1, ondanks de gedeelde badkamer :-). Opgeknapt door (opnieuw) een kunstenaar, ligt het huis op een van de 42 cerro’s (heuvels) van Valparaiso. De heuvels zijn behoorlijk steil, wat resulteert in een wirwar van steegjes, straatjes en creatieve bouwsels van huizen. Dat geldt ook voor het hostel.

We zijn maar 1 nacht in Valparaiso gebleven. En dat is ook genoeg, er begint een beetje een verzadiging op te treden. We hebben voorlopig genoeg door steden en stadjes gestruind.
Nu zijn we in Pucon in het Lake District beland, ogenschijnlijk ver weg van alle cultuur en politiek. We beginnen aan vier weken Zuid-Chili, met veel zin om onze aandacht te verleggen naar meren, vulkanen, gletsjers, bergen en ander buitenleven!

Valparaiso. Klik hier voor Santiago en de studentenprotesten.

41 uur in Peru

Dat zal voor Machu Picchu gangers onder jullie wel als beschamend kort klinken, maar we zullen uitleggen waarom het voor ons goed is. Dat begint in La Paz (Bolivia), waar ons het besef bekroop dat onze eindbestemming in Zuid-Amerika - Patagonië - steeds meer buskilometers van ons af begint te raken. En tjonge, wat is dit continent geweldig groot. Maar hoe blij zijn we met de omweg die we hebben gemaakt. Met de kennis van nu zouden we Bolivia thuis zeker al op onze lijst met bestemmingen hebben opgenomen.

Maar het werkt anders.
Onderweg maken we steeds weer nieuwe keuzes; door ontmoetingen met anderen, door de vorm van de dag, door spontane (on)mogelijkheden, of omdat we eindelijk aan serieus inlezen toekomen. Met als resultaat dat we een behoorlijk een stuk verder naar het noorden zijn afgedreven. We willen nu echt gaan afzakken. En daarom laten we Machu Picchu (voor nu) liggen en zijn we afgebogen naar Chili.

Ondertussen (nu we hier toch zijn ;-) hebben we Lake Titicaca bezocht en zijn we - via Copacabana en Isla del Sol - in Puno (Peru) beland. Een bijzonder plek vanwege de beroemde drijvende eilanden. De indianen die daar wonen leven inmiddels behoorlijk van het toerisme; maar ook nu halen ze nog niet voldoende omzet om een stuk grond op het vasteland te kopen. Het voelt wel alsof dat inmiddels belangrijker is voor de indianen dan hun culturele erfgoed. Ja, in Peru draait het al opvallend veel meer om handel en toerisme dan in Bolivia. Maar de echte sprong in welvaart en vooruitgang maken we als we in de meest noordelijke stad van Chili (Arica) aankomen. We zien weer autoreclames, winkelketens en de eerste MacDonalds sinds Buenos Aires (meer hierover in de coachcultures blog). Dat is overigens niet de reden waarom we ineens beter slapen dan de afgelopen twee weken. Dat komt vooral omdat we terug zijn op zeeniveau. De hoogten van Bolivia en Peru waren prachtig, maar nu is het heerlijk om de zuurstof en de zeelucht diep te kunnen inademen.

Terug naar keuzes maken. We ontdekken dat het bij ons reisritme hoort; als een soort terugkerende cyclus. Op-en-neer. Als we een paar dagen of een week alles loslaten en ons lekker laten meevoeren door de plekken en de mensen die we tegenkomen, dan volgt vanzelf de behoefte om weer de touwtjes in handen te nemen. Loslaten - overnemen - loslaten - overnemen. Af en toe willen we even niets, om dan weer precies te willen weten wat we nu eigenlijk willen en waar we ongeveer aan toe zijn. Sommige andere reizigers lijken enorm koersvast en hebben altijd een plan en een boeking klaar. Weer anderen zijn enorme dolers. En wij? Wij zitten er weer eens precies tussenin. Mooi, want zo kunnen we van beiden even hard genieten.

Dat neemt niet weg dat 41 uur in Peru echt beschamend kort is. Het was haast niet uit te leggen aan Alfredo, de leuke Peruaan in de bus naar Chili met wie we toch zeker 2 ½ uur ons Spaans hebben kunnen oefenen. Maar het is de keuze voor Chili die het uiteindelijk rechtvaardigt. We hebben onze zinnen gezet op het merengebied en Patagonië. Hier in het vliegtuig van Arica naar Santiago vliegen de kilometers onder ons door. Het vroeg even wat organisatie, maar vanaf nu weer even lekker loslaten, heerlijk…

Drijvende eilanden in Lake Titicaca.

Nieuwe hoogten

Bolivia tot nu toe?! In één woord gewéldig! Aangekomen in La Paz nemen we even tijd voor een eerste nabeschouwing. Het beste wat we kunnen doen na een woeste busrit van Uyuni naar La Paz ;-) Hoe zag onze week er uit? Vanuit Salta zijn we naar de Boliviaanse grens getrokken, waar de veranderingen zich direct opstapelden. Van een land dat voor 97% uit mensen met Europese roots bestaat, gaan we over naar 55% Indiaans-Boliviaanse roots. Het werd armer - Bolivia is het armste land van Zuid-Amerika - , vriendelijker, drukker met rugzaktoeristen en… hoger! Al voor aankomst in Tupiza zijn we hoogvlakten boven de 4.000 meter overgestoken. Aan die nieuwe hoogten hebben we flink moeten wennen. Zeker slapen op hoogte was de eerste nachten lastig. Maar acclimatiseren was geen straf. Tupiza is een fijn en sfeervol stadje waar we de Bolivianen rustig leren kennen. Bovendien hebben we aan de grens David en Amelia uit Nieuw-Zeeland ontmoet, waardoor ons gezelschap ineens is verdubbeld. Gezamenlijk hebben we een vierdaagse jeepsafari geboekt. En zo kwamen we vanaf donderdag echt aan nieuwe hoogten toe.

Met Nancy en Carmelio als gids/kok en chauffeur zijn we in onze ‘oude’ Nissan Patrol door het zuid-westen van Bolivia naar de Salar de Uyuni getrokken. Lange dagen in de jeep langs de meest bizarre natuurverschijnselen. Lama’s en flamenco’s, mineraal-, lithium, borax-, en zoutmeren, (semi)actieve en uitgedoofde vulkanen, hoogvlakten, passen tot 5.000 meter en de meest onwaarschijnlijke kleurencombinaties. De nachten waren koud en de lucht droog, stoffig en zout. Dorpjes zonder warm water en elektriciteit en dus rustig afkicken van mobiel bereik. En juist in die dagen gebeuren er dingen waarvoor je bereikbaar wilt zijn, zo gaat dat dan… Maar hoe eenvoudig ook; Nancy heeft ons verwend met uitstekende eten onderweg. Dus aan het eind van de tour weer wat meer vlees op de botten.

De tour had een mooie opbouw, zodat het hoogtepunt voor het laatst werd bewaard. Vanuit een hostel van zout reden we voor zonsopgang de Salar de Uyuni op. Deze zoutvlakte is de grootste in zijn soort, ongeveer even groot als de provincies Gelderland en Utrecht samen. De vlakte is door platentectoniek opgetild en door jaarlijkse regenval perfect uitgevlakt. Op de vlakte liggen oude koraaleilanden – nu begroeid met cactussen tot zo’n 900 jaar oud - ; die verraden dat we eigenlijk op de bodem van de oceaan staan! De Salar is vooral beroemd door zijn bizarre perspectieven. Bekijk vooral de foto’s. Ja, na deze week is het heel gemakkelijk om van Bolivia te gaan houden!

Lekker hapje. En hier is nog meer te vinden!

Vakantieverhaaltje

Dit blog gaat over onze toeristische acties van deze week. Zoals bijvoorbeeld het Nationale Park, waarvan we jullie de details (en de foto’s) niet willen onthouden. En ja, we hebben denk ik al drie keer gemeld dat we in een ‘reismood’ komen. Wat achteraf dan toch niet echt zo lijkt te zijn geweest. Behalve nu dan de laatste paar dagen (ja, echt!). Wat dan het verschil is? Vooral: het tempo; tempo van reizen, tempo van dingen bezoeken, tempo van tas inpakken (omgekeerd evenredig met de andere tempo’s…). Kortom: manana-manana. Je komt hier niet onder de siësta uit, die gerust van 13u tot 18u duurt. Of je zit in een dorp waar drie keer per week een bus vertrekt naar het volgende plaatsje. En als manana-manana dan toch nog niet zou lukken, dan vertelt ons budget ons wel dat een rustiger tempo aan te raden is ;-)

Maar goed, eerst even terug naar ons toeristengedrag. Het dorpje San Augustin del Valle Fertil was onze uitvalsbasis voor een bezoek aan het Nationale Park Ischigualasto. In dit gebied, dat al meer dan 100 miljoenen jaren geleden is ontstaan, zie je met een beetje fantasie de dinosauriërs scharrelen. Waarvan ze overigens ook echt beenderen hebben gevonden. Het gebied is ontstaan door schuivende platen, maar intussen heeft erosie ook flink zijn werk gedaan. Het lijkt daardoor wel een maanlandschap: sommige gebieden zijn ‘pokdalig’ en in andere gedeeltes zie je alleen nog een paar vreemd gevormde rotsblokken. En die krijgen dan ook wat namen, zoals de sfinx of de onderzeeboot (zie foto!). Of een naam waarvan we helaas niet weten wat dat spaanse woord nu betekent. Laat je fantasie de vrije loop, het is de foto waar we met z’n 2-en opstaan.

In het dorpje San Augustin hebben we nog een paar dagen rondgehangen. Toch leuk als je na een dag of wat een ‘bekende’ tegenkomt (zoals de gids van het park). Of dat een local je meeneemt naar het dorpsfeest. Onze volgende bus ging toch pas woensdagnacht om 3uur, dus manana-manana. En ja, dat is van dinsdag op woensdagnacht en niet van woensdag op donderdagnacht. Gelukkig bedachten we dat dinsdagavond na het eten, dus ruim op tijd om de bus te kunnen halen…

Verder zijn we deze week via La Rioja naar Salta gereisd. Salta wordt ook wel La Linda genoemd, te vertalen als rustig, mooi, kalm. En dat is het hier ook. Er is nog veel van de koloniale tijd bewaard gebleven, wat een fijne sfeer met zich meebrengt. Gisteravond nog tango gedanst, en verder bestond ons dagprogramma uit naar de kapper gaan en empanada’s eten. En oh ja, we koken tegenwoordig weer af en toe zelf. En dus lijkt het gewenste reistempo bereikt en is de drukke vakantie voorbij. Wel tijd om de volgende uitdaging te gaan: Bolivia! Vannacht reizen we met een nachtbus naar de grens, om morgenochtend waarschijnlijk verder te reizen naar Tupiza. Dat zou een mooie uitvalsbasis kunnen zijn voor een meerdaagse excursie naar de Salar de Uyuni, een enorme zoutwoestijn op ongeveer 4000 meter hoogte. Verder geen idee hoe het in Bolivia met internet en aanverwanten gesteld is, maar het kan goed zijn dat een volgende blog even op zich laat wachten! Manana-manana… Hasta Luego!

Indrukwekkende rotsformaties. Zie fotoboek voor meer!

Klimaatverandering

Nu we in noordelijke richting reizen voelen we het klimaat letterlijk veranderen. Van het koele en behaaglijke voorjaar in Mendoza belanden we vrij snel in een (nog) drogere en warmere streek. In San Agustin heeft het sinds februari (!) niet meer geregend. Ondertussen loopt de teller in dit vroege voorjaar al snel op naar 35 graden in de schaduw. In Ischigualasto - de beroemde en prachtige dinosaurusvindplaats bij San Agustin - is 55 graden in de zomer trouwens geen uitzondering. San Agustin ligt aan een stuwmeer(tje). Het is al snel duidelijk dat het dorp zonder die watervoorraad direct haar deuren kan sluiten. Iets vergelijkbaars geldt voor de wijnstreek van Mendoza. De akkers zijn gebouwd op droge woestijngronden. De op zichzelf vruchtbare grond wordt geïrrigeerd via slimme kanalen die smeltwater verzamelen uit de hoge Andes. Maar deze winter is er weinig tot geen sneeuw gevallen. Het gevolg laat zich raden: de Mendoza-rivier staat nu al nagenoeg droog. Ondanks het gebrek aan regen zijn er soms wel stevige hagelstormen, waarbij de auto’s naar binnen moeten om schade te voorkomen. Die hagelstormen komen volgens de statistieken aanzienlijk vaker voor dan tien jaar geleden. En ook dat heeft natuurlijk gevolgen voor de wijnproductie.

Voor ons lijkt de realiteit van opkomende klimaatveranderingen in dit deel van de wereld stukken beter voelbaar dan thuis. Niet dat de Argentijnen zich daar erg druk over maken; een brede onderklasse van Argentijnen (1/3 van de bevolking) heeft andere dagelijkse zorgen. Ondanks de stevige economische groei voelen zij nog steeds de gevolgen van de enorme inflatie van 10 jaar geleden. En hoewel Christina Fernandéz, de huidige president, een zachtere lijn trekt dan haar voorgangers, is het nog maar helemaal de vraag of zij wordt herkozen later dit jaar. Haar goed bedoelde maatregelen pakken steeds net niet goed uit, met verder stijgende tekorten en prijzen tot gevolg. En de wereldwijde crisis en de grote droogte hier helpen zeker ook niet. Een verkoopster in een spelletjeswinkel praat ons in een half uurtje bevlogen bij over haar politieke ideeën. Ook na lezing (even checken of we het met ons matige tegenwoordige tijd Spaans voldoende hadden begrepen) blijkt dat steeds meer mensen in de onderklasse de stijgende huren niet meer kunnen betalen. De sloppen groeien en het platteland verschraald. En ook al hebben de sloppen van Buenos Aires 100 keer de tango voortgebracht, daar is weinig aan te verromantiseren.

Terug naar het klimaat. Het ligt - zoals we uit de boeken al wisten - veel meer voor de hand dat veranderingen beginnen in Europa en de VS. Om onze welvaart, en omdat het energieverbruik per hoofd in Argentinië toch al ruim 2 ½ keer lager ligt dan in Nederland. En dus kijken we de Argentijnse politici er maar niet op aan. Maar zeker is dat klimaatveranderingen hier - vanwege de armoede en de grote afhankelijkheid van landbouw - aanzienlijk sneller dan bij ons gevolgen voor mensen zullen hebben.

Ondertussen hebben wij dit jaar natuurlijk een enorme lading boter op ons hoofd. Hoe we daar mee omgaan laten we nog weten. Het tijdelijk niet gebruiken van een elektrische tandenborstel zal in elk geval niet voldoende zoden aan de dijk zetten…

Door het warme weer schakelen wij inmiddels om naar het houden van siësta. Voorlopig betekent dat slapen, lezen of bloggen, maar siësta-suggesties zijn zeker welkom ;-) Vandaag voor jullie in elk geval deze blog vanuit La Rioja.

Gezelschap bij de siësta!

Primavera op 33 graden zuiderbreedte

Op 21 september begon hier de lente! Een dag om te vieren, en die worden hier aangegrepen. In Uspallata werd ons duidelijk gemaakt dat het ‘dia des estudiantes’ was, de dag van de studenten. Zij vieren dat ze bijna examen gaan doen en dan naar de universiteit mogen. En ook direct dag van de bloemen, en vast nog meer… Voor ons vooral de tijd om langzaam overweldigd te worden door de ruimte en de omvang van onze reis. Een reis die na een lange avond (en twee uitstekende flessen lokale Malbec van een bodega op 33 graden zuiderbreedte) alweer een stuk beter te overzien was overigens…

Veel lijkt hier nog steeds hetzelfde als in Europa, maar het is en werkt toch echt anders. Of het nu de seizoenen zijn, het voorjaar, de zon die ’s middags in het noorden staat, of de taal. Zo maakt het vakantiegevoel langzaam plaats voor ‘onderzoekswerk’. Hoewel de taal dat onderzoek en het verzamelen van informatie wat minder gemakkelijk maakt. Maar de basiszinnen beginnen te komen, en met gebaren en vooral veel lachen kom je ook een heel eind. De Argentijnen lijken vrij gereserveerd, maar volgens onze Belgs pratende Argentijnse gastvrouw in de posada (later meer) kijken de Argentijnen een beetje de kat uit de boom en denken ze: wat doen die hier? Want wat is híer nou te zien of te doen?

Iets over het openbaar vervoer – ja, we hebben ons werk echt al losgelaten hoor – en dan vooral de bussen. Die zijn fantastisch! Sander krijg je in Nederland met geen 10 paarden in een bus, maar hier geen problemen. Vooraf was voor ons niet zo duidelijk of we overal even gemakkelijk zouden kunnen komen, maar de bus brengt je overal. Van het bescheiden Uspallata naar het kleine bergdorpje Puentas del Inca tot in de wijnstreek. Iedereen gebruikt hier de bus, wat het busreizen betaalbaar en effectief maakt. Meestal zijn het dubbeldekkers, waar we boven voorin kunnen zitten. Doorgaande bussen stoppen maar weinig en schieten lekker op, en lokale bussen komen overal en kun je gewoon met hand ophouden staande houden.

We zitten nu in het stadje San Juan, te wachten op een bus die ons vanavond nog naar San Agustin del Valle Fertil gaat brengen. We komen uit de Mendoza-streek, waar we de afgelopen week hebben doorgebracht. Heel gevarieerd: van de hoogste berg in de Andes tot een lieftallige wijnstreek in de buurt van het lager gelegen Mendoza. De bergen trokken toch het meest, we hadden ook echt zin in wat ruige natuur. Dus eerst richting Aconcagua, de hoogste berg buiten de Himalaya (bijna 7000 meter). De gletsjer (die je misschien op de foto kan ontwaren) is al 300 meter dik, om wat gevoel voor verhoudingen te krijgen. Wandelend in de sneeuw, met een gortdroge wind hebben we deze berg bewonderd. (Nee, niet getrotseerd…). En in een vallei halverwege Aconcagua en Mendoza hebben we een paar dagen doorgebracht met paardrijden, fietsen en sterren kijken. En voor Sander wat frisse berglucht voor zijn verkoudheid.

Terug in Mendoza vielen we middenin de Primavera. Tsja, in een stad met studenten in een hostel wat we niet zelf uitgezocht hadden, is de feestdag (en met name de nacht) toch wat minder idyllisch dan aanvankelijk geschetst. Sander was ’s nachts waarnemend nachtportier, met dank aan een local die nog ingewerkt moest worden (sisi). Ook voor het eerst in onze lakenzak geslapen (tussen de nachtelijke gezangen door). En dus, veel geleerd ;-) Voortaan in elk geval niet meer bij aankomst betalen…

Maar dan… Hoe fijn het kan zijn om te landen op een heerlijke plek die mooi is en goed voelt. Midden in de wijnstreek rondom Mendoza hebben we twee nachten op posada Cavieres doorgebracht (check: http://caviereswines.com), opgebouwd en gerund door een Belgisch/Argentijns stel: Hans en Alina. Een goede uitvalsbasis om de wijnstreek te verkennen en wat meer soorten malbec-wijnen te proeven. En ook weer op de fiets. Vanochtend was het niet het allermakkelijkst om weg te komen van dit heerlijke plekje en de gastvrijheid. En toch, na een even warm afscheid als ook onthaal, is het ook weer erg goed om onderweg te zijn.

Malbec is the best! En voor meer omgeving: zie fotoboek!

Beginnen in Buenos Aires

Como estais amigos?! Aqui en Argentina, estamos muy bueno,. De kop is er af! Deze eerste week hebben we gebruikt om in de reismood te komen, en zeker ook om een beetje bij te tanken. Maar wel bijtanken tussen aanhalingstekens. Buenos Aires nodigt uit tot late uurtjes… Wat een levendige, drukke en gevarieerde stad. Elke wijk (barrio) wijkt in bijna alles af van de andere. De eerste nachten was het rustigere en yupperige Palermo onze uitvalsbasis. De laatste nachten hebben we voor de actie en de drukte gekozen in en om San Telmo.

Het voelt allemaal nog niet zo gek ver van huis hier; Buenos Aires is voor Zuid-Amerikaanse begrippen een vrij Europese stad. Maar zeker ook genoeg om ons over te verwonderen. Zoals de sjieke honden-uitlaat-services; een hond hebben is echt een statussymbool in deze stad. Of de soms onvindbare pinautomaten. We moeten hier wel ff leren om anders met geld om te gaan. Dat wil zeggen voortaan ruim voldoende cash op zak hebben. Ook een wonderlijk contrast: de grootse en warme aandacht voor de doden op de begraafplaats van Recoleta, versus het levenloze lichaam wat bijna achteloos achter een lintje op de stoep lag in Palermo.

Hoogtepunten waren de Milonga’s en tango’s met live-muziek (ja ja, de Utrechtse lessen betalen hier uit…), de geweldige steaks en wijnen (Hollandse biefstuk zal nooit meer hetzelfde zijn) en het mensen kijken (wat nooit verveelt in een park of op een terras in de voorjaarszon). En zeker ook het samen tafelend ontdekken waar we nu écht willen beginnen. En zo vonden we het na een week vooral tijd om de stad uit te komen. Want na zes dagen begint Buenos Aires meer en meer op een verkeersriool te lijken. Dat doet verlangen naar frisse lucht en natuur. En bovendien willen we graag zien hoe Argentinië er buiten deze stad uitziet. Vamos!

Net heeft de nachtbus (Cama Ejecutivo) ons (grotendeels slapend) naar Mendoza gebracht; een stad in de wijnstreek in het westen van Argentinië. Maar de wijnbodega’s parkeren we nog voor een paar dagen. Op het busstation van Mendoza zijn we spontaan overgestapt op een lokale bus naar Uspallata; een klein dorpje in de buurt van de hoge Andes. Nu onderweg begint Zuid-Amerika te leven en te kriebelen: de schaal, het landschap, de eindeloze wegen, het vervoer, de mensen. Muy bueno. Liefs en groeten uit Uspallata hostel!

Om later nog eens bij de gedachte te watertanden..

Uitzwaaien

De afgelopen week kwamen we er (eindelijk) aan toe: jullie gedag zeggen! Dichtbij de moeders, vaders en broers, en direct daarachter verdere familie en vrienden. En hoe kunnen we het duidelijker zeggen dan met: dat was heel erg fijn!

In parkcafé buiten hebben we gisteren goed geborreld met naaste vrienden en familie. Een moment waarop weer eens duidelijk werd waarom het zo goed is dat we jullie bij ons hebben. Mooi weer, dus lekker hangen op en rond het terras. Zo waren we aan het eind van de middag van top tot teen geladen met positieve vibes, lieve woorden, fijne kleine kadootjes en mooie adviezen. Het was leuk, fijn en niet al te zwaar. En vooral had het op de juiste momenten een lekker hoog knuffelgehalte…

Wij zijn allebei blij dat we al deze momenten gepakt hebben. Jullie zien was zonder twijfel het meest wezenlijk onderdeel van vertrekken en loslaten. En nu we jullie gezien, gesproken en uitgezwaaid hebben, kunnen we los! Gedag zeggen is blijkbaar goed te rekken, maar nu is het - met alle belangrijke en lieve adviezen in ons achterhoofd - toch echt tijd om gewoon te gaan.

En dus - jullie allemaal - enorm bedankt voor de lieve woorden, telefoontjes, mails, foto’s, kaartjes, sms-jes, en het komen uitzwaaien. We nemen jullie mee, en we zien elkaar weer. Until then: may the wind be in your backs and may the sun shine warm upon your faces.

Nog ruim twee weken te gaan

Zo, 98% van de dozen staan in de opslag! Nu nog ruim twee weken de tijd om jullie te zien, allerlei praktische zaken te regelen en om nog wat nijpende administratieve acties af te handelen. En op de valreep ook nog even samen wonen. Dat doen we er maar gelijk bij.

Vorige week hadden we allebei onze laatste werkdag. Op donderdag kon Maartje haar werk bij de Stadsregio afsluiten met een uitbundig uitzwaaimoment met collega’s en andere werkrelaties. En om het nog even door te zetten, heeft Sander volgende week nog een borrel in Deventer tegoed. Het huis aan de Zijldiepstraat hebben we inmiddels kunnen verhuren aan twee Argentijnse expats. Dus ook die hobbel is maar mooi genomen.

Ergo, we zijn er bijna klaar voor, wat dat dan ook betekent… Rest ons de leuke voorbereidingen en, nu toch ook steeds vaker, afscheid nemen. En met elk afscheid wordt duidelijker waar deze site voor ons voor bedoeld is: contacten onderhouden en verhalen uitwisselen. We zijn van plan om hier met enige regelmaat (wat dat betekent ontdekken we nog wel) te verhalen over onze belevenissen. En we hopen dat verhalen ook weer reacties bij jullie ontlokken. Zo blijven we toch een beetje in contact met jullie, de mensen van wie we voor even afscheid hebben moeten nemen.

En nu? We staan er goed op. Dat wat moet hebben we goeddeels gedaan, waardoor steeds meer tijd ontstaat voor dat wat we willen. Het begint steeds meer te broeien hier.

We zijn er klaar voor. Zie hier en hier onze voorbereidingen!