Tempels en tuktuks

Zo,dat was een mooie overgang: van de slangen en verlatenheid van Australië via de gekte, diversiteit en overvloed van Bangkok naar krokodillen, armoede en een overvloed aan tuk-tuks in Cambodja. We zijn aangekomen in het land van de Khmer en inmiddels al bijna een week in Siem Reap. In dit stadje draait bijna alles om het achtste wereldwonder: tempelcomplex Angkor met als beroemdste tempel Angkor Wat.

Ja,een hele week! De vertraging is ingezet. Heel bewust blijven we langer op één plek. Sander ziet zijn aandeel reizen in de week tot Chiang Mai graag teruggeschroefd tot de helft. Zo blijft er een andere helft over voor het maken van plannen en uitwerken van ideeën. Bovendien geeft dat andersom weer meer ruimte om van de reishelft echt te genieten. En zo blijven we bovendien de kleine dingen onderweg opnemen. En voor mij - Maartje - geldt dat eigenlijk ook. Ik wil zo af en toe meer bezig zijn met de vraag: wat na de reis? Ondanks dat we misschien wel zeeën van tijd hebben en echt aan van alles toekomen (zie bijvoorbeeld onze nieuwe pagina met leeslijst), merken we dat het goed is om voor deze vragen bewust tijd te maken.

Bovendien geeft langzamer reizen ons ook weer een ander oog voor de omgeving. De meeste toeristen blijven maar een paar dagen in Siem Reap, met name om Angkor te bezoeken. En veel van hen komen daarnaast helaas niet veel verder dan 'Pub street' - een straat met alleen maar pubs en restaurants - waar je voor weinig geld heel erg dronken kunt worden en Lavazza espressootjes kan nippen. Wij merken dat we - alleen door hier in alle rust te zijn - al veel meer zien. Zo ontdekken we allerlei positieve initiatieven en ontmoeten we steeds meer mensen die ons een kijkje kunnen geven in het (harde) Cambodjaanse leven. En we hebben tijd genoeg om het onderscheid te leren zien tussen bedelen en bedelen.

Want hard, dat is het leven hier. Cambodja is nog steeds een derde wereldland of - moderner uitgedrukt - één van de minst ontwikkelde landen ter wereld. Een bezoek aan de bizarre historische rijkdommen van Angkor staat in schril contrast met het leven van vandaag. Maar hoe kan het ook anders? Na tientallen jaren van oorlog, onderdrukking en genocide, zijn veel mensen hier vooral bezig met overleven. Goed onderwijs is nog niet bereikbaar voor iedereen en er is (terecht) nog steeds weinig geloof in de politiek. En - niet onbelangrijk - er is geen georganiseerd vangnet voor de allerarmsten. Hoewel veel Boeddhistische monniken en vrijwilligers goed werk doen.

Maar Cambodja is zeker ook in ontwikkeling, het land begint langzaam op te krabbelen (lees ook de coachcultures blog van Sander). In Siem Reap zien we initiatieven van de grond komen die leunen op samenwerking en gemeenschapszin. Een goed voorbeeld is het restaurant Haven - net drie weken open - waar we inmiddels twee keer gegeten hebben. Twee Zwitserse dertigers geven wezen die uit het weeshuis groeien, een horeca-opleiding (theorie en praktijk), een plek om te wonen, en ondersteuning bij het vinden van een baan na afronding van de opleiding. Het personeel is als familie, de initiatiefnemers zijn de schakel tussen de keuken en de bediening en het plezier straalt er vanaf. In maximaal drie jaar moet Haven 100% Cambodjaans zelfvoorzienend zijn. Wij geloven erin, al was het alleen maar omdat het eten is beter dan waar ook in Siem Reap. En ja, eten smaakt ook sowieso al beter nu we weten dat het geld op deze manier besteed wordt. Helaas zijn er ook andere voorbeelden. Onder invloed van het groeiende ‘Voluntourism’ (vrijwilligers-toerisme) worden hier weeshuizen geopend waarvoor de allerarmste kinderen bij hun ouders weggekocht worden. Alleen maar om een stroom van geld en aandacht van rijke toeristen op gang te brengen. Perverse effecten van op zichzelf positieve ontwikkelingen. De website van Thinkchildsafe geeft achtergrondinformatie. Wat dat betreft is Siem Reap wel een lastige plek om een eerlijk beeld van Cambodja te krijgen. Door het toerisme is er een groot verschil tussen wat wij de voorgevel en de achtergevel noemen.

Het toerisme verklaart in elk geval ook de overdaad aan tuk-tuks hier. Sommige chauffeurs brengen dagen slapend in hun tuktuk door, wachtend op een mooie klus. Maar als je bedenkt dat we voor een dagje Angkor met de tuktuk ongeveer 15 dollar betalen - en dat afzet tegen een gemiddeld Bruto Nationaal Produkt per hoofd van de bevolking van 2000 dollar per jaar - dan heeft een tuktuk-chauffeur aan drie dagen Angkor per week al een bovenmodaal inkomen. Maar hoewel een tuktuk-chauffeur niet elke dag hoeft te ‘scoren’, hij zal je geen moment voorbij laten lopen zonder het te proberen. Een - ongetwijfeld rijkere - lokale ondernemer heeft daar handig op ingespeeld met t-shirts met opdruk: 'no tuktuk today (and tomorrow)!

Al met al nog genoeg te ontdekken voor ons in Cambodja. Even fietsen rond Siem Reap is een aardig voorproefje. Buiten het centrum zijn de huizen algauw niet meer van steen en speelt het hele leven zich buiten op straat af. En tijdens een avondwandeling naar het verder naar buiten gelegen Guesthouse van Paul en Esther - een reizend Nederlands stel dat we tegen kwamen bij Haven - vingen we een glimp op van een heel ander nachtleven; problemen genoeg hier. Terug naar de krokodillen: op de binnenplaats achter ons Guesthouse ontdekken we een vervallen zwembad met een complete farm krokodillen-leren-tasjes in de maak. Hebben we toch even achter de voorgevels van Siem Reap kunnen kijken…

In Angkor (zie fotoboek voor meer!)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.